Reizen van Cornelis de Bruyn door de vermaardste deelen van Klein Asia, de eylanden Scio, Rhodus, Cyprus, Metelino, Stanchio, &c., mitsgaders de voornaamste steden van Aegypten, Syrien en Palestina
(2014)–Cornelis de Bruyn– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 148]
| |
Krygsmagt van den Grooten HeerDewyl een zo wydluftige heerschappy als de Turksche niet zonder een kloek getal van krygsbenden kan bestaan, onderhoud den Grooten Heer zowel in tyd van vreede als oorlog een menigte van voet- en paardevolk, welke alle twee maanden hunne bezolding ontfangen. ’t Voetvolk is verdeeld in verscheidene lighaamen, als daar zyn de kapidgis, de solaques, de janitsers, enz. | |
KapidgisDe kapidgis, zoveel gezegt als ‘poortbewaarders’ ter oorzaak dat zy de poorten van het serrail bewaaren, maaken een getal van over de drieduizend, en staan onder een hoofdman die den naam van kapidgi-bachi [BA/73] voert. Deze houden zich by veele gelegentheden als in audientien van ambassadeurs enz. omtrent de persoon van den Grooten Heer, en zyn ook buiten Constantinopolen d’uitvoerders van zyne dood-besluiten. Want als er een hoofd van den eenen of den anderen rampzaligen, die het ongeluk gehad heeft om den vorst te mishagen, gehaald moet worden, geschied het door een kapidgi. Zy dragen, om van de andere krygslighaamen onderscheiden te werden, een zeekere zoort van spitze mutzen. | |
SolaquesDe solaques zyn eigentlyk de lyfwachters van den Grooten Heer en houden zich omtrent hem, wanneer hy door de stad gaat. Hunne wapenen zyn pyl en boog, en hunne mutzen mede spits, doch op een andere wys, en met pluymen vercierd. Zy voeren dezen naam, die ‘slinksen’ Ga naar voetnoot+ beteekent, ter oorzaak dat, als zy die zich aan de regterzyde van den Grooten Heer bevinden, moeten schieten, de pees met de slinkerhand trekken, teneynde den vorst den rug niet toe te keeren.[BA/74] | |
JanitzersDoch de voornaamste van het voetvolk zyn de janitzers, bestaande ten deelen uit tribuyt-kinderen en voor een gedeelte uit vrywillige verloochenden, waarvan er zeer veele onder zyn, doch weinig geboorene Turken. Ga naar voetnoot+ Dit lighaam is zeer magtig, tot verwonderens toe eenig, en heeft groote privilegien en voorrechten, weshalven zy van een yder ontzien en ge-eert zyn. ’t Maakt hen ook vry baldadig en doet hen dikwils vervaarlyke ongeregeldheden aanrechten. Ondertusschen durft er niemand, op straf des levens, de hand aan leggen, dan alleenlyk hunne officiers. Zy daarentegen vermogen, doch echter zonder reden, allerhande soorten van menschen te slaan, daar de arme Grieken dikwils het gevoel af hebben, gelyk ik meenigmaal aan zeer lichte (of gemaakte) oorzaaken gezien heb. De consuls en ambassadeurs hebben er gemeenlyk in hunne huizen, welke zy langs de straaten voor haar doen gaan. Die ook bekommerd is van in of buiten de stad door de moedwil der Turken beleedigd te zullen worden, voorziet zich met een janitzer, welke met een swaare stok in de hand vooruit gaat en dengeenen in wiens dienst hy voor dien tyd is, tegens alle overlast beveylicht. ’t Getal der janitzers van de Porta Ga naar voetnoot+ word over de twaalfduizend geschat. Zy woonen voor het meeste gedeelte in twee groote gebouwen, begrypende honderd-en-zestig odas of ‘kamers’, in welker yder zich omtrent veertig onthouden, in eenige meer, in andere minder. ’t Staat hen vry, zo ze begeeren, elders hun verblyf te neemen, doch zy worden echter onder deze of | |
[pagina 149]
| |
geene oda gereekend, even of elke oda een rot of corporaalschap was. Zy hebben verscheidene officiers, en tot opperhooft den janitzer-aga die in zeer groot aanzien is. Hunne bezolding is van drie tot zes aspers ’s daags, en word een asper verhoogd t’elkens als er een nieuwe vorst op den throon komt te klimmen. Yder asper nu maakt ruim drie deuyten. | |
ArapesDe arapes, een ander soort van voetknechten, zyn zeer oude benden, al vóór de janitzers opgerecht, doch waaren eygentlyk pioniers of schansgravers, en derhalven ook in geen groote achting.[BA/75] | |
Gebedis, topdgis, enz.Meer andere, als de gebedis of ‘harnasveegers’, de topdgis of ‘konstapels’ enz. behooren ook nog tot de krygsmacht te voet, doch ik zal my vernoegen met van de voornaamste gesprooken te hebben, en tot de Turksche ruytery overtreden. | |
EspahisDe gemeene ruyters zyn d’espahis, welker lighaam mede zeer talryk is. Zy worden, zowel als de voetknechten, om de twee maanden betaalt en trekken een bezolding van vyftien tot veertig aspers ’s daags, d’eene meer, d’andere minder, na dat Ga naar voetnoot+ ze lang of kort in den dienst van den Grooten Heer zyn geweest. Zy zyn verdeeld in regimenten, welke yder een vaandel van byzondere koleur, en yder een byzonderen hoofdman hebben die zy euluk-agasi heeten. Deze zyn eygentlyk bezoldigde ruyters, en derhalven in een gestadigen en dadelyken dienst. Maar men heeft noch een andere zoort van espahis, welke in plaats van bezoldinge een timar hebben, waarvan zy ook timar-spahis geheeten worden. ’t Is zoveel als een commandery daar zy d’inkomsten af genieten en die hen gemeenlyk op overwonnen landeryen betekend word. Ga naar voetnoot+ Zy staan onder den Sangiakbey, of ‘heer van den oord’ daar hunne commanderyen gelegen zyn, onthouden zich ook den meesten tyd op dezelven, en treeden niet in dienst dan als zy door den Grooten Heer ontboden werden, wanneer zy gehouden zyn hem met een zeeker getal van ruyters (na dat Ga naar voetnoot+ men oordeeld dat hunne timars konnen veelen) by te springen.[BA/76] | |
MuteserakasNoch zyn er onder de Turken veele lieden van vermogen welke mede voor een zoort van krygsknechten gereekend worden, maar zy zyn niet gehouden ten oorlog te trekken, of den grooten Heer, die hun opperhoofd is, moet persoonelyk medegaan. Deze werden mutesarakas genoemd, een zeekere weerdigheid, daar men mee voorzien moet wezen om het gouvernement van eenige plaats te bekleeden. | |
[Financiering van de krijgsmacht]Hoewel den Grooten Heer tot het dragen van deze lasten jaarlyks swaare sommen gelds moet uitschieten Ga naar voetnoot+, word er egter niet altyd evenveel by verlooren. Want hy is erfgenaam van alle degeenen welke –gedurende hun leven bezolding van hem genooten hebbende – zonder kinderen komen te sterven. En indien ze niet als dochters nalaten, treed hy – als zoon – voor twee darde deelen in d’erfenis. |