Reizen van Cornelis de Bruyn door de vermaardste deelen van Klein Asia, de eylanden Scio, Rhodus, Cyprus, Metelino, Stanchio, &c., mitsgaders de voornaamste steden van Aegypten, Syrien en Palestina
(2014)–Cornelis de Bruyn– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 53]
| |
Weg van Constantinopolen na Galata; Okmeidan; Kassumpacha; GalataNa aldus een korte beschryving van Constantinopolen gegeven te hebben – daar ik te lichter afscheide Ga naar voetnoot+ omdat er alreeds zo veel van geschreven is, en ik er d’aanmerkelykste zaaken zodanig heb gevonden als verscheidene reisigers dezelve hebben aangetekend – zal ik overtreden tot Galata, ‘tgeen niet te onrecht als een voorstad van Constantinopolen gehouden mag worden en alleenlyk door de haven welke tusschenbeiden legt, daarvan afgescheiden is. d’Overvaart geschied door het middel van kaïkes en parmes (een soort van kleine vaart-tuigen of roeyschuiten, doch de kaïkes vry grooter als de parmes) die in meenigte aan beide de zyden leggen. Echter kan men ook te land van Constantinopolen te Galata komen, mits dat men langs de haven omgaa, wanneer men Ga naar voetnoot+ een klein riviertje van zoet water, ‘tgeen zich in dezelve ontlast, moet passeeren.[BA/37] Op dezen weg ontmoet men vooreerst den Okmeidan of ‘t ‘Pyl-veld’, zynde een wydluftige Ga naar voetnoot+ vlakte, alwaar de Turken zich in het schieten met de boog oeffenen, en wyders het dorp Kassumpacha Ga naar voetnoot+, daar zich op den oever der zee het arzenaal of de werf vertoont, alwaar de schepen en galeyen gemaakt, en ten dien einde hondert-en-twintig boogen Ga naar voetnoot+ geteld worden. De kapoudan-bassa of admiraal, onder wiens gebied Ga naar voetnoot+ al het zeevolk behoord, heeft alhier zyne woonplaats. Niet ver van dit dorp, ‘tgeen tamelyk fraay is, ziet men de bagne Ga naar voetnoot+ van des Grooten Heers slaaven, een gebouw van een aanzienlyke grootte en ruimte. Thans komt men, na voorby eenige kerkhoven gegaan te hebben, te Galata. Galata is een redelyk fraaye en groote stad, met een oude muur omringd en voor een groot gedeelte door Grieken bewoond, waarvan zeer veele zich geneeren Ga naar voetnoot+ met herberge te houden. ’t Is ook de gemeene woonplaats der Franken of Europische Christenen, welker geestelyken aldaar vyf kloosters of huizen hebben daar de Roomsche godtsdienst in geoeffend word. Aan de zeekant heeft men een zeer schoone vismarkt. ’t Is een lange straat, aan wederzyden van dewelke men niet als vischkoopers ziet en by dezelven, dag aan dag, een ongelooflyke menigte van visch van verscheidene soorten, en goedkoop. Inzonderheid uitstekend goede tarbot, en onder anderen ook oesters, waarvan men honderd gemeenlyk voor twee à drie stuyvers kan krygen. Ik heb er ook meer als eenmaal zeer lekkere mosselen gegeten alsmede steurkrabbetjes, die er in overvloed te markt komen en in het zoet water gevangen worden. | |
Pera; TophanaTer Poort van Galata uitgetreden zynde gaat men opwaarts na Pera, ‘tgeen insgelyks door ettelyke kerkhoven welke men ter slinkerhand laat leggen, van de gemelde stad afgezonderd is. Pera is maar een vlek, doch echter redelyk groot. De Christene gezanten hebben alhier hunne wooningen, uitgezonderd die van den keizer, en den koning van Polen, hebbende by mynen tyd de eerste zyn huis aan het canaal van de Swarte Zee in het dorp Arnoutkiou Ga naar voetnoot+, omtrent anderhalf uur van Galata, en den ander in het dorp Askiu Ga naar voetnoot+, aan de zyde van Galata na de kant van het zoet water aan den oever van de haven. | |
[pagina 54]
| |
De huyzen van Pera zyn schoon, inzonderheid degeene daar de Christene ambassadeurs in woonen. Ook hebben aldaar byna geene andere haar verblyfplaats als Grieken van aanzien en vermogen die zich met het geringer soort niet vermengen willen.
Scutari; Serraglio di Constantinopoli
Van Pera, als zynde veel hooger gelegen, gaat men gestadig en al vry steil nederwaarts na Tophana, strekkende zich beneden aan het canaal tegenover het serrail. ’t Woord betekend eigentlyk ‘geschutshuis’ vermits er hetzelve, gelyk ook meer ander oorlogstuig gegooten werd, ter welker oorzaak de gantsche streek, die als een gemeen dorp is, dien naam voert. De huizen van Galata, Pera en Tophana vertonen zich op zodanig een order, dat – gelyk deze plaatsen niet op eene zelve hoogte gelegen zyn, maar d’eene hooger en d’andere laager – zy als een schouwburg maaken, van waar men gemakkelyk en met een vermaakelyk opzicht de haven en de zee ontdekt. Van Pera heeft men de bekwaamste overvaart met een kaïke na Scudaret of Scutari, by de Turken Iscodar Ga naar voetnoot+ geheeten. Dit is een zeer groot dorp in Asia, op den oever van de zee tegenover het serrail van Constantinopolen, mede met een heel schoon serrail van den Grooten Heer voorzien. Wyders uitstekend volkryk en vol van alderhande winkels evenals in een welgeregelde stad. d’Afgelegenheid van Asia en Europa hier ter plaatse word op omtrent duizend schreden geschat. Het gezicht alhier tusschen Scudaret en ’t serrail, na de Propontis of Witte Zee gestrekt, is uitstekend schoon en werd afgebeeld in de 23ste prentvertooninge, getekend in Pera.
In dezelve ziet men aan de zyde van Asia: 1. Scutari voornoemd, en voor hetzelve, naby aan den oever in de wydte des canaals na de Swarte Zee 2. den Toorn van Leander, en wat voorwaarts aan het vasteland 3. het serrail van Scutari. Wat verder heen aan dezelve zyde, byna tegenover de Zeven Toorns, ziet men ten 4. Chalcedonien. Aan de zyde van Europa vertoond zich ten 5. het serrail van Constantinopolen en ten 6. de kerk van de Heilige Sophia. De wateren van ’t canaal na de Swarte Zee, tusschen Asia en Europa met No 7 aangewezen, het gezicht zeer vermakelyk ter middelweg streelende; Ga naar voetnoot+ niet minder als die van ’t canaal tusschen Constantinopolen en Galata, daar dezelve haar op No 8 na het zoete water strekken. | |
Chalcedonia; Toorn van Leander; Vermaaklykheid van het canaal der Swarte ZeeChalcedonia was eertyds een beroemde stad en vermaard door het vierde algemeene concilie ‘tgeen aldaar gehouden wierd, doch tegenwoordig een slecht dorp daar my niets aanmerkelyks in voorkwam als een ouwerwetsch kerkje ‘tgeen de Grieken in bezit hebben. Ik tekende het van binnen, als op No 24 te beschouwen staat, en buiten, gelyk hiernevens op No 25 te zien is.
Tempio di Chalcedonia
Tempio di Chalcedonia
In deze overvaart van Pera na Scudaret (of Scutari, gelyk andere het noemen) ontmoet men den Toorn van Leander, onzeker waarom alzo geheeten; werd by de Turken genoemd Kiss-Kolae, zoveel gezegt als den Maagdentoorn. Hy staat tusschen Scudaret en het serrail, doch dichter aan de Asiatische als aan d’Europische kant; is op een rots gebouwd en zeer sterk en met verscheide stukken geschut voorzien, waarmede de canaalen van de Swarte en Witte Zee, strekkende zich aan beide de zyden van den Tracischen Bosphorus, beveiligd konnen werden. In dezen toorn vind men een put van zeer koel water, uitsteekend goed om te drinken, by de meesten voor een onderaardsche wel gehouden. Doch ik zou eerder gelooven dat het een reegenbak is. Maar veel vermaakelyker dan dit alles is het canaal van de Swarte Zee, by de Ouden Pontus Euxinus, en de Italianen Mare-Magiore geheten. Langs hetzelve van Constantinopolen opwaarts vaarende, ziet | |
[pagina 55]
| |
men aan de slinkerhand, in Europa, een menichte van serrails en andere lusthuizen, verzeld met zeer aangename tuinen; en hetzelfde ontmoet men ook aan de rechter, in Asia. Zulks dat deze twee oevers het schoonste gezicht der wereld vertoonen. Aan de zyde van Asia legt een kasteel, omringd met zeer hooge cypresboomen, in hetwelk sultan Ibrahim, vader van Mahomet den IVden, die by myn tyd regeerde, zich twintig jaaren verholen hield om niet door sultan Morad gelyk zyne andere broeders om ’t leven gebracht te worden. Langs gemelde oevers ter wederzyde heeft men ook verscheidene fraaye dorpen, welker lustigheid – benevens alles wat zich daar omtrent vertoont – ik geoordeeld heb veel beter in prent als in geschrift voor het oog te konnen bloot leggen, gelyk dan dezelve in de 26ste, 27, 28, 29 en 30ste prentverbeeldingen vervolgens vertoond werden. Van Constantinopolen tot aan de Swarte Zee strekt zich dit canaal ter lengte van drie goede uuren, en loopt geweldig krom en bochtig, ter welker oorzaak Europa en Asia, van verre, op verscheidene plaatsen aan malkander schynen gehegt te weezen.
Vista nello Bosphora
Seconda Vista
Terra Vista
Quarta Vista
Quinta Vista nello Bosphora é Ponte Euxino
| |
Kasteelen tot beveyliging van dezelve; Waterleidingen buiten ConstantinopolenNiet ver van de Swarte Zee ziet men twee kasteelen, ’t een in Europa en ’t ander in Asia, welke men zegt gebouwd te zyn om de strooperyen der Kozakken te beteugelen. Zy dienen ook tot gevangenissen voor lieden van staat. Ga naar voetnoot+ Weleer wierd een keten aan deze kasteelen gespannen om den doortocht in onveilige tyden te beletten. Aldaar aan land tredende en zich voorts van ’t canaal afwendende, vind men een eind weegs te landwaart in, aan de zyde van Europa, twee schoone waterleidingen, hiernevens op No 31 en 32 afgebeeld, over welke het water tot binnen Constantinopolen gebracht (of geleid) is, strekkende de voornaamste zich twee Italiaansche mylen verre. Ga naar voetnoot+
Aquidotto
Aquidotto
Omtrent den mond van de Pontus Euxinus, ter plaatse daar de doorvaart zeer eng is, ontmoet men een eiland-achtige rots, ongevaar vyftig à sestig treeden aan elke zyde van het vasteland afgeleegen, daar men tot boven toe op kan klimmen, doch niet zonder groot gevaar; en men komt er met meerder gevaar wederom af. Hier placht een pilaar van wit marmer te staan, de ‘Pilaar van Pompejus’ geheeten, ter oorzaak dat Pompejus (volgens het gemeen gevoelen) dezelve nadat hy Mithridates verwonnen had, tot een eeuwig gedenkteken zyner overwinning aldaar zou hebben doen opregte.[BA/38] Zy had, na ‘tgeen er den heer Spon af getuigt, niet veel meer dan de hoogte van twaalf voeten, Ga naar voetnoot+ een kapiteel van de Corintische order, ‘tgeen niet ten dien eynde gemaakt scheen te zyn, maar veeleer tot een altaar om op te offeren. d’Inscriptie op de voet was ter eere van Augustus. In den jaare 1680 omtrent de maand april, wierd deze pilaar door een swaaren storm in zee gesmeeten. Hoewel ik deze rots zelfs afgeteekend hebbe, zal ik dezelve Ga naar voetnoot+ vertoonen op No 33 na de afteekening van mynheer Wastjou, die dezelve gezien, en op de plaats afgeschetst heeft, met de inscriptie of het opschrift op het pedestal welke zyn E. Ga naar voetnoot+ zegt zeer naauwkeurig in het byzyn van verscheidene vrienden te hebben aangemerkt en aldus afgeschreven: D I V O. Cæsar. AuGusto. | |
[pagina 56]
| |
Sonder van zyne leesinge te konnen afstappen, niettegenstaande de heer Spon gelezen heeft: CAESARI AUGUSTO Doch ook merkt de heer Spon die in diergelyke zaken zeer naauwkeurig en geoeffend was, aan dat de letters zeer kwaalyk gemaakt en opgegeten waaren; zulks dat het den leeser niet onaangenaam kan zyn te vernemen wat verscheidene daaruit hebben gelesen.
Colonna di Pompejo
Dichtby en rondom deze rots ziet men verscheidene andere kleindere rotsen, van veelen voor de Cyaneïsche Eilanden of de Symplegades gehouden, waarvan de Ouden verscheidene fabulen vertellen, alsof ze op de zee zouden dryven en nu aan d’eene en dan aan d’andere zyde gezien worden.[BA/39] Wanneer men omtrent die klippen is, vertoond zich aan den orizond, rondom, de zee swartachtig. | |
Vlekken en dorpen aan de zyde van EuropaAls men na deze rots vaart, laat men de volgende vlekken en dorpen aan de slinkerhand.[BA/40] Te weeten aan de zyde van Galata leggen: | |
[pagina 57]
| |
Tophana, Foudouchli, Dollmabassia, Bisiktassi, Ortakiuy, Curucesme, Arnondkiuy, Bebekbassia, Eskihissar of Castel Vecchio – waaronder een zeer fraay dorp gelegen is, voorzien van allerhande levensmiddelen. Aan dit kasteel moeten alle vaartuigen welke na de Swarte Zee gaan, hunne tescare of vrybrief van den tollenaar van Constantinopolen vertoonen – Bartoliman, Tegna, Jenikiuy, Therapin, Bojonckdere, Sareyer en Mavremole. Mavremole is een zeer vermaard klooster der Grieken, omtrent een half uur van de waterkant gelegen, werwaarts eenmaal in ’t jaar duizenden van Grieksche huisgezinnen zich uit godvruchtigheid begeeven, ‘tgeen echter niet belet dat ze meestendeel dronken weder terugkeeren, daar ze goede gelegentheid toe hebben. Want rondom heen strekken zich veele schoone wynbergen welker wynen uitsteekend smaakelyk zyn en door de paters aan den gaanden en koomenden man verkocht worden. De Grieken brengen er veel gelds om zielmissen voor hunne overledene vrienden te doen, welker naamen dan in een zeker boek aangetekend worden. Dit klooster, [dat] gemeenlyk van over de honderd geestelyken (by hen caloyers geheeten) bewaard, heeft een zeer schoon gezicht over de Swarte Zee, gelyk ook over het canaal ‘tgeen zich na Constantinopolen strekt. | |
Vlekken en dorpen aan de zyde van AsiaTer regterhand, aan de zyde van Anatolien of Kleyn Asia, leggen Scutari (een vlek of dorp wel zo groot als Haarlem, en meer bevolkt, alwaar de reisigers uit Persien en elders met hunne karavanen aankoomen), Coscongiouk (meestendeel door Jooden bewoond, welke dagelyks hunnen handel in Constantinopolen komen dryven), Stauros, Singilkiuy, Coula of anders Coulabakchesi, Candilbakchesi, Eskihissar, van Anatolien (een kasteel, regt tegenover dat van Europa gelegen), Ghioksoui, Tchiboukli, Inghirlikiuy, Onkiarskelohi, Beicos, Salibouroun en Joro, weleer Zamim genaamd. Tegenover de rots daar de Pilaar van Pompejus op placht te staan, legt aan de zyde van Europa op den oever een dorp, Fanari geheeten Ga naar voetnoot+, voorzien van een tamelyk hoogen toorn die tot een vuurbaak verstrekt om de schepen by nagt te lichten, want deze zee is zeer gevaarlyk en laat geen jaar verloopen zonder merktekenen daarvan te geven. Ter welker oorzaak de Grieken haar ook met den naam van ‘Maurothalassa’ genoemt hebben, ‘tgeen ‘Swarte Zee’ wil beteekenen, gelyk zy gewoon waren het bywoord swart aan ongelukkige en kwaade dingen toe te voegen; of ook wel ter oorzaak der menigvuldige duistere wolken welke zich hier meer als elders vertoonen. Want het water van deze zee is niet swarter van couleur als dat van andere zeën. Maar menigmaal verheffen er zich afgryselyke stormen, en zo schielyk, dat het niet mogelyk is zich ervoor te behoeden. Zelfs in het schoonste weer word men er bywylen in een ogenblik van overvallen. En zynde deze zee niet zeer wyd en met verscheidene dwars-stroomen belemmerd – veroorzaakt door den invloed der wateren van den Donau, de Borysthenes Ga naar voetnoot+, de Tanais Ga naar voetnoot+ en meer andere geringer rivieren die zich in dezelve ontlasten – worden de schepen gints en herwaarts gedreeven en by onstuimige winden dikwils tegen de klippen te barsten gesmeeten. | |
Siakallen of wilde honden omtrent het canaal van de Swarte ZeeOmtrent dit canaal van de Swarte Zee heeft men veele siakallen Ga naar voetnoot+ of wilde honden, welke beesten (den vossen niet ongelyk, en inzonderheid van muil) men gelooft dat van wolven en honden voortgeteeld worden. Zy maaken des avonds en ook bywylen in ’t naarste van de nacht een afgryselyk gehuil, en voornamentlyk by kwaad weer of ongemeene koude, en zyn by wintertyd – wanneer ze niet veel te eeten vinden – zeer boosaardig, evenals de wolven. | |
[pagina 58]
| |
[Opschik en kledij in Constantinopel]Eer ik de buurschap van Constantinopolen verlaat, moet ik noch iets zeggen van de kledinge. Der vrouwen dragt tot Constantinopolen, afgeschetst No 34, 35 en 36, is byzonder groots en deftig, gaande alle de anderen van deze landen verre te boven. De carpous of muts op haar hoofd bewinden zy met verscheidene neusdoeken, van differente couleuren en alle met goud en zilver doorwerkt, waarop dan alle zoorten van juweelen werden geplaatst, na dat Ga naar voetnoot+ yders vermogen toelaat. Daarenboven vercieren se dezelve nog met verscheidene bloemen. Deze muts dus gesteld zynde konnen ze op- en weder afzetten zonder dat dezelve uit die gestalte gaat Ga naar voetnoot+, zodat ze haar daar verscheide dagen van bedienen, en dan weder in een ander diergelyke form na haar welgevallen toestellen Ga naar voetnoot+ om altoos eenige verandering op het hoofd te hebben, waarmede zy gemeenlyk eenige uuren bezig zyn. Dezelve is zodanig swaar door de grootte die ze heeft, dat het haar bywylen verveeld dezelve op te houden. Het witte kleed daar zy bedekt mede uitgaan, hebben eenige der principaalste met goude boorden, en franjes aan de einden. Des winters dragen ze den rok met bont, gelyk de manspersoonen. De vrouwen in het serrail van den Grooten Heer, waarvan my eenige modellen wierden beschikt, en alhier medegedeeld werden op No 37, zyn op verscheidene manieren: eenige hebben een kalpak of bonten muts op het hoofd, andere een groot rond bord op de manier als die der Jodinnen, uitgenomen dat hetzelve van het | |
[pagina 59]
| |
voorhoofd af naa boven staat, zynde aan wederzyden van hetzelve een veder of pluym vastgehegt. Aan de ooren zyn swart gepluymde quasten dewelke haar voor benevens de borsten komen te hangen; eenige met een carpous of muts dewelke met differente gecouleurde neusdoeken, met zilver en goud bewerkt, zyn om het hoofd gebonden en met alle zoorten van juweelen verciert. Waartoe veele goude bloemen expres boquetsgewyse werden gemaakt, en in het midden van yder bloem werd een juweel gevoegt en zo doorgaans met gesteenten vercierd. Ook zetten eenige daar natuurlyke angelieren of diergelyke bloemen op. De ordinaris dragt der Turken is een rooden fluweelen muts met een witten tulband omvlogten, hetgeene een sleuyer van linnen of catoen is, zooals dat in de prentverbeelding op No 38 te zien is. De janitzaren (vertoond op No 39) hebben een soort van mutzen dewelke langagtig zyn en agter afhangen. Vooraan is een tuyt die regt boven het voorhoofd komt, van zilver verguld, zynde omtrent een halven voet hoog; dit is hun muts van ceremonien, serkola genoemd. Anders hebben ze gemeenlyk den muts gelyk de andere Turken, daar ze den tulband omwinden, gantsch op eene verschillige wyze als by de andere perzonen gebruikelyk is. Doorgaans is dezen tulband van witte, roode of geele zyde. |
|