Davids psalmen(1656)–Henrick Bruno– Auteursrechtvrij Vorige Volgende Psalm Xciij. DE Heer regeert, Hy is vol majesteyt; De Heere is bekleedt met machtigheydt, Hy heeft Sich omgegordt; oock is dit all' Bevestigt, soo dat het niet wanck'len sal. 2 Van doe af is Uw' throon bevestigt, Heer; Gy zijt van eeuwigheydt, en Uwe eer; De stroomen, stroomen, Heer, verheffen haer, [Folio R1r] [fol. R1r] En haer aenstooting', haer gebruys, gebaer. 3 Doch stercker is de Heer in hooge macht. Geweldiger is Godt in Sijne kracht, Dan grooter wateren geweldt, gebruys, Dan baren van de zee, en haer gedruys. 4 O Heer, Uw' woordt en Uw' getuygenis Is seer waerachtig, en getrouw, gewis; Voor Uwen huyse is de heyligheydt Verciering', tot in tijdts langduerigheydt. Vorige Volgende