Matrialen, Uictualie, Ammunitie als anders, ten behoefte in neghen Maenden, voor seven Persoonen aen het Landt Spitsberghen, om te Overwinteren ghelaten.
EErst 13. quarteelen hart broot. Een smal Ton witte Bisschuyt. Twee halfvaten Boter. Een quarteel met 25. Kaesen Een smal Ton met 15. Kaesen. Drie quarteel met Gort. Drie quarteel met witte Erweten. Een quart en een smal Ton grauwe. Vijf quarteelen Stockvis. Vijf Tonne Vleys. Een Tonne Speck. Veertien quart met Scheeps bier. Twee smal Tonnen Goet bier. Twee half-vaten Brandewijn. Een Aem Fransche wijn. Een quarteel met Azijn. Twee Tonne Zout. Een halve Ton Peeckel. Ses stoop Oly van Olijve. Tien pont Suycker. Sevende half stoop Lamoen-sap. Twintich pont Taback. Ses dosijn pijpen. Vijftich pont Pruymen. Twee pont lange Rozijnen. Vier pont Ronde. Een pont Gengber. Een pont Peper Een vierde pont Noote-muscaten. Vier loot Caneel. Twee loot Nagelen. Twee loot Foelie. Een vatjen Mostert zaet. Een half kinneken Zeep. Ses of acht pont Kaerssen. Hondert twintigh Deelen. t’Sestich boomsche Kapravens. Een quart met Kocx gereetschap, oock eenige Spijckers als, &c. Dertich quart. Schotsche Colen. Vijf-en-twintich quart Turf. Drie vadem Branthout. Een vaetje met Swavel. Een Kopere Lamp. Een bos Katoen. Een Kachel met haer toe-behooren. Ses houte schoppen. Twee beslaghe Schoppen. Twee Boskaysche Bijlen. Een Kocx Ketel. Een koopere Panne, met eenigh aerde Pot-werck. Twee hangende Compassen. Drie Chaloups Compassen. Twee vier uurs Glasen. Ses half uurs Glasen. Een houten Emmer. Een Tinne drinckens-kanne. Een Var-kijcker. Een Laecken om Tintel te branden.
Ammunitie van Oorlogh.
Vier Muskets. Een Kort. en een lanck Vuyr-roer. Een vatje met Lont en Kogels. Een vatje Bos-kruyt. Een kruyt-Fles. Twee pont kogels tot ’t lanck roer. Een pont Hagel Ses Psalm-boecken. Een Testament. Een Huys-postil. Een Boeck om Iournael te houden. Een bos Pennen. Een kanneke met inct. Drie Boek Pampier. Twee Almanacken.
Van ’t gene de Commandeurs op haer vertreck yder in’t particulier ons hebben gelaten.
Amsterdam.
Twee Oxhoofden Rogge-meel. Een vat goet Bier. Een Roockte Ham. Een half pont Peper.
Delft.
Twee stoop Oly van Olijve. Een vier uurs Glas. Een Bijl. Twee derdepart vat kaernde melk.
Enckhuysen.
Een vierde Anker Fransche wijn. Twee stoop Oly van Olijve. Een Bier-glas. Een Wijn-roemer.
Middelburgh.
2. Stoop Oly. Twee en een half pont Sool-leer. Drie Hoenders. Een tonne Gerst.
Vlissinghen.
Een varcke Schoer. Ses gesoute Laberdanen.
’t Gunt op ’t arrivement van de Schepen by ons is gevonden.
Drie vatjens Mostert-zaet. Eenighe stucken vleys. Drie of vier stucken Speck. Een ende een half vat Sout. Een partijtgen Oly. Seventien Kasen. Ses en een half quarteel broot. Twee en een sestep quart witte Erwet. Twee quarteelen Gort. Drie quarteelen Stockvis. Vijf of ses stoop Brande wijn. Twee vadem Taback. Van als een weynigh Specerije. Eenpartijtgen Salaet. Eenighe stucken Rheene-vleys, om door de Vloot te laten visiteren.
De Lenghte van de Wooningh-tent was een-en-twintigh voet, breet sestien voet, van de gront d’ eerste verdiepingh seven voet en een half, van buyten met Deelen, ende van binnen met een halve Steen opgehaelt, de Solder met Kley geleyt, het Magazijn achter ons Tent, daer wy met een deur in quamen, lanck twaelf voet, breet en hoogh als voren, licht op geslagen van een Deel dickte.