De bron-swaan, of mengeldigten(1686)–Titia Brongersma– Auteursrechtvrij Vorige Volgende [pagina 232] [p. 232] [Ah! dat een Minnaar is] Toon, Ah! qu'un fidel amant. AH! dat een Minnaar is Soo seer te vresen 'k Had wel gemeent t'ontgaan die herts verbintenis. Doch ik geloofd' niet aan d'onmijdelijke pesen, Waar om verplicht ge my dat ik mijn Eed vermis, Ab! dat een Minnaar is Soo seer te vresen, Wel vvat bemin ik soo onwis, Ik smaakt' een rust soo soet in wesen, Gy drijft van my 't geheymenis, Ah! dat een Minnaar is Soo seer te vresen. Vorige Volgende