De bron-swaan, of mengeldigten(1686)–Titia Brongersma– Auteursrechtvrij Vorige Volgende Voor M.A.L.H.E.J. Vertonen een Zephirus. HOe lieflijk Zephirus speelt gy door Bloem en bladen, Hoe stil en vreedsaam ag! bewaayt gy het Foreest, Gy krult de vloeden daar u kalmte doet versaaden 'T vernoegen van elk een: dat haare kwaal geneest. 'T schijnt yder draagt u gunst, selfs Tempe quijnt met smerte, En is verblijdt wanneer s 'u waasem wert gewaar. Gy pijnt den Aquilon, en Borëas aan't herte Dog niemant vlamt door min, met tederheyt tot haar, Om u truyrt Peneus, en sijn Nimphen storten tranen Als gy haar by sijn schuwt, de Lugt swelgt u Parfum, Vrouw Flora trekt de sugt uyt u begeurde kranen Pomona haakt veel meer naar u, als maarVertum. Ia wat maar Asemt kan u Lock-aas niet ontvlugten Gy maakt het alverlieft, de Rotzen om u sugten. Vorige Volgende