De bron-swaan, of mengeldigten(1686)–Titia Brongersma– Auteursrechtvrij Vorige Volgende [pagina 26] [p. 26] Op het geestig boetseeren, in Was, van Juffer Judith Joly. Doe dan Pomoon het masker van de Oogen, Op dat se siet wie haar de roem ontrekt: 't Is Iudith die door wonderlijk vermogen. De fruythoorn heeft voor elkx gesigt ontdekt, En toondt een kriek, een pruym, een peer, citroenen. Dog ijder aan sijn rank, en d'holle vrugt Gemengelt onder een aan Loof festoenen, Waar op de fama slaat haar lof-gerugt, En wil dat ijder haar ter eer sal vlegten Een Tuyltjen, om dat op haar kruyn te hegten. Vorige Volgende