De bron-swaan, of mengeldigten(1686)–Titia Brongersma– Auteursrechtvrij Vorige Volgende [pagina 23] [p. 23] Op het konstig kappe, en nettestrikken van Juffer Magdalena Joly. GY weeft, en knoopt van zy, en nette-garen Veel strikjes t'saam, en breydelt tot cieraat De wuffe golvjes van U bruyne hairen, Daar 't uytgespan op hersen-standers staat: Waar uyt een bron van gaven komt gevlooten, Die niet alleen de nieuwe vondt omvat Die Pallas volle kruyk heeft uyt gegooten, Maar die U oversproeyt, en drenkt in't nat, Soo dat gy niet alleen weet wel te strikken Maar door U geest, een ijder doet verquikken. Vorige Volgende