De bron-swaan, of mengeldigten(1686)–Titia Brongersma– Auteursrechtvrij Vorige Volgende De selfde weder aan de selfde. MEn noemt U Titia, als Febus Priesterinnen, Nog Brongersma, dat is de eer der Hengste-bron Nooyt eygender men u, Mejoffrouw, noemen kon, Het nood-lot spitzde wis op soo een naam uw sinnen. Dies stoft nu Groningen op uw belaurwde haren, Als Lesbos op Sapphò, als Theben op Korinn? Haar Letterhelden zijn verrijkt door een Mannin', Die maagd een wonder schoon papiere kint kan baren. Vorige Volgende