Historische grammatica van het Nederlands
(1987)–Cor van Bree– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 143]
| |||||||||
29.1. ErsatzdehnungenRekking van de vocalen bij verdwijnen van een volgende nasaal vóór stemloze fricatief. Er zijn een aantal ontwikkelingen, in verschillende perioden te plaatsen, waarop de bovenstaande beschrijving toepasbaar is.
| |||||||||
[pagina 144]
| |||||||||
| |||||||||
29.2. Verkorting van vocalenVerkorting van vocalen treedt op in het Onl. of Mnl.:
| |||||||||
[pagina 145]
| |||||||||
29.3. SamensmeltingenSamensmelting van vocalen vindt plaats tengevolge van syncope van een χ (zie 31.3.3 en 31.3.4); bij gelijkheid van vocalen ontstaat een lange vocaal, anders een diftong die in het Mnl. ie oplevert: vgl. ndl. A, o.a. in Pekel-a (varianten E-dam, Krommen-ie), met got. ahva of mnl. vaen, haen met got. fāhan, hāhan; zien met got. saíhvan, Viestraat (in Utrecht) met got. faíhu, mnl. tien (monosyllabisch) met got. tiuhan. Naast vie komt vee voor, dat uit de verbogen naamvallen moet worden verklaard, bijv. de owgm. gen. sg. *fĕhĕs. Samensmelting vindt in ieder geval niet plaats wanneer de eerste vocaal ggm. ī (ndl. ei <ij>) of ăĭ (ndl. ei <ei>) is: gedijen (got. gaþeihan), mnl. tiën (bisyllabisch) (got. -teihan); vleien (got. þláihan). |
|