Spaanschen Brabander
(1974)–G.A. Bredero– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 263]
| |
Eerste uytkomen
byateris een uytdraaghster
Men moet wat doen om de kost so langh as men leeft,
Ick sie wel heb ick niet, dat men oock niemandt en gheeft.Ga naar voetnoot1479
1480[regelnummer]
Doe ick jongh en weeldich was had ick Vryers met hoopen,Ga naar voetnoot1480
Doe docht ick niet iens om spelden en garen te kóópen,Ga naar voetnoot1481
Ick had de lieve tijdt van al mijn vrienden raat,Ga naar voetnoot1482
Daarom so gatet mijn ghelijck het myn nou gaat,
Mijn goetje is verslempt, myn kliertjes zijn versleten,Ga naar voetnoot1484
1485[regelnummer]
Ick waar al langh vergaen had ick gheen raet gheweten,Ga naar voetnoot1485
Wat heb ick in mijn jeught oock menich man ghehadt
Ja wel so veel, so veul als yemandt inde Stadt.Ga naar voetnoot1487
Ick mien mochtense melcander met de handt anraacken,Ga naar voetnoot1488
1490[regelnummer]
Wat duncktje heb ick dan mijn poosje oock niet wel te roer e staan?Ga naar voetnoot1490
En noch so gheef ick het Trijn dubbeld in of heur Moer te raan.Ga naar voetnoot1491
Wat seyde Pieter de wasscher saliger, in sijn jonghe daghen:
| |
[pagina 264]
| |
Byateris, Byateris, jy keunt, gy weet van de ouwe slaghen.Ga naar voetnoot1493
Ick heb wel wat wils e hadt, maar 'tis nou alle daen,Ga naar voetnoot1494
1495[regelnummer]
Ick heb wel e docht sal dit van sijn leven wel vergaen.Ga naar voetnoot1495
Toch nou ick oudt ben achtense mijn als bakelaar,Ga naar voetnoot1496
Maer 'tschaat niet, een bedurven Koopman dat is een goet Makelaar,Ga naar voetnoot1497
En een ouwt Waghenaar hoort garen 'tclappen vande swiep,Ga naar voetnoot1498
Och 'tmach men so wel heughen dat ick by onse Govert sliep;Ga naar voetnoot1499
1500[regelnummer]
Noch, wat was dat een soet man, wat het hy myn wel e gheven,Ga naar voetnoot1500
Wat heb ick oock wel mallicheyt met die mensch bedreven:
Maar dat is nou over: doch nou ick niet mier en kan,Ga naar voetnoot1502
Nou brengh icker een deel quickse jonghe dieren an,Ga naar voetnoot1503
Ick weet hoe een Vrouw te moe is, ja ick veurseker,Ga naar voetnoot1504
1505[regelnummer]
Kreech ick nou lestent niet een moye rock met een bekerGa naar voetnoot1505
Van Jannetje met ien oor, hier de huys-vrouw van Flip,Ga naar voetnoot1506
Om dat icker so abel by Goyer hulp int schip;Ga naar voetnoot1507
En ofse schoon met hem op een koy inde combuys was,Ga naar voetnoot1508
Sy sey al evewel dattet daar moyer dan in heur eygen huys was.Ga naar voetnoot1509
1510[regelnummer]
Ga naar margenoot* Kreech ick niet en spick spelder nieuwe huyck van Capiteyn Tijs,Ga naar voetnoot1510
Dat ick hem t'onsent liet slapen hier by onser aller Lijs?Ga naar voetnoot1511
Want haar Jan en doeter niet toe, 'tis maar een dwinghert,Ga naar voetnoot1512
Elewytingh hoe is Nelletje klaas op jonghe Jan verslinghert,Ga naar voetnoot1513
| |
[pagina 265]
| |
Sy loopt een hielen dach het huys schier vande stee,Ga naar voetnoot1514
1515[regelnummer]
Het schijnt wel datse hem garen een vrientschop dee:Ga naar voetnoot1515
Hadse hem niet bemint sy sou hem niet na lóópen,Ga naar voetnoot1516
Sy gaf haar halve goedt mocht sy de Jonghman kóópen.
Wat isser alle daagh tot onsent een gherit,Ga naar voetnoot1518
Ick weet dat nou myn huys al we'er vol Meysjes sit:
1520[regelnummer]
Want ick ben een besteetster kijnt, wat dat beduydt,Ga naar voetnoot1520
En die ick niet verhuur die maack ick stracx de Bruydt.Ga naar voetnoot1521
Waarom sou ick aars Vryers en Wenaars anhouwen?Ga naar voetnoot1522
O 'tis sulcken volckjen! sy willen wel hylicken, maar niet trouwen.Ga naar voetnoot1523
As de ghetrouwde mannen yewers een nieuwt hairtje sien,Ga naar voetnoot1524
1525[regelnummer]
Sy durven my veur elcken gangetje niet minder as en Nobel bien.Ga naar voetnoot1525
O 'tis een hiet goedt, och se houwen so veul vande nieuwicheytjes,Ga naar voetnoot1526
Ic heb daar nou een meysje, o bloet! sy ken heur ambacht freytjes,Ga naar voetnoot1527
Isser yemant belust op wat versnapelinghs onder den hóóp,Ga naar voetnoot1528
Die komt en reys an, sy gerijft elck na sijn gelt, en hiel goet koop.Ga naar voetnoot1529
1530[regelnummer]
Ick heb hier wat goets, daar souw ick garen wat gelts op halen,Ga naar voetnoot1530
Dit Vrouwtjen is so benaut sy moeter huur betalen:Ga naar voetnoot1531
Maar hadse ghedaan ghelijck als ick haar riet,Ga naar voetnoot1532
So gingh nou haar goetje na de Lommert niet.
Neen kijnt, men moet somtijdts al wat doen om beters wille,
| |
[pagina 266]
| |
1535[regelnummer]
Al sient de mans, och Heer, sy zijn blijt toe en swyghen stille.Ga naar voetnoot1535
Dat ickje segghen souw wat de luy nou uyt nóót wel doen,Ga naar voetnoot1536
Ick soutje niet kennen uytstameren in een hiele achternoen.Ga naar voetnoot1537
Nu moet ick een ringh lossen die hier is bekommert,Ga naar voetnoot1538
En dan wil ick dit goedt gaan brenghen inde Lommert.
robbeknol
1540[regelnummer]
Is dat verschricken? jaet, dan wy zijn dat al deur,Ga naar voetnoot1540
Maar ick krijch in een maant niet weer mijn eyghen kleur,
En mijn Heer lachter om, dat gheeft men vry wat wonder,Ga naar voetnoot1542
En mijn docht dat de lucht vol vuyr was en vol donder.
Daar heb ick nou een reys uyt e weest an de hal,Ga naar voetnoot1544
1545[regelnummer]
Wat liep ick daar lymen en dinghen, van stal tot stal,Ga naar voetnoot1545
Wat is alle dinghen duur, ja wel het is te byster,Ga naar voetnoot1546
Ick kon by niemandt beter raken als by de bruyne vryster,Ga naar voetnoot1547
Dat is een meyt assen kruyt, al is sy somtijts wat onbeleeft,Ga naar voetnoot1548
Ga naar margenoot*Sy sal niemant qualijck toespreken die haar goe woorden geeft,Ga naar voetnoot1549
1550[regelnummer]
Sy het mijn daer soo veel saucijsjes en speck e woghen,Ga naar voetnoot1550
Asse wy in acht daghen (meen ick) op eten moghen.Ga naar voetnoot1551
Wel hoe nou? sie ick recht, so sie ick mijn Joncker in de deur.Ga naar voetnoot1552
| |
[pagina 267]
| |
Jerolimo. Robbeknol.
jerolimo
Wat hede Lackerdings? ba jemy, wats dit een kiecken?Ga naar voetnoot1554
1555[regelnummer]
Of ist hamele vlees? jasus hoe soet dase riecken,Ga naar voetnoot1555
Maar mijn booterkulleken wat hede hier van als,Ga naar voetnoot1556
Inder waarheyt Robknol het is wel malsem en mals,Ga naar voetnoot1557
Ghebenedijt zy ons Heer die ons helpt uyt de trubelacy.Ga naar voetnoot1558
Gaat haalt een Minnebroer, dat hy ons spreeck de gracy,Ga naar voetnoot1559
1560[regelnummer]
Met een benedijst van de moeyer de heylighe Karck.Ga naar voetnoot1560
Wel wa fackseert my de Lacker gade so rouw te warck,Ga naar voetnoot1561
Gay gróóthóót, ghy souwt eerst ou Pater-noster lesen.Ga naar voetnoot1562
robbeknol
Wat haast heb ick, daar teghen mocht 't eten al op wesen,Ga naar voetnoot1563
Een kort ghebedt me Joncker, maackt een langhe maaltijt.Ga naar voetnoot1564
1565[regelnummer]
Ay siet wat een hóópe goet dat hy in zijn lichaam smijt,Ga naar voetnoot1565
Alsoo mijn vaar, mien jy dat hagjen noch op te klaren?Ga naar voetnoot1566
Soo selje, dat beloof ickje, op mijn schoenen niet trararen,Ga naar voetnoot1567
O lyden! is dat smullen, hy eet so hongerich en soo graagh,Ga naar voetnoot1568
| |
[pagina 268]
| |
Trots al de Schuyte-voerders, en de Waagh-draghers van de Waagh.Ga naar voetnoot1569
1570[regelnummer]
Schijt Koorendragers, en Bierdragers, dees eet assen dijcker,Ga naar voetnoot1570
Schijt Harmen vijftien pont, schijt Nobben, hy is soo hart assen spijcker,Ga naar voetnoot1571
Dat issen meugheveul, dat issen vraat, s'en buyck en voelt gheen gront.Ga naar voetnoot1572
Siet daar, niet een oogenblick is zijn hangt van zijn mont,
Hoe drooch wringt hyter deur, dat hyt noch iens vervarsten.Ga naar voetnoot1574
1575[regelnummer]
Ganswongden Baas eetje darmen niet te barsten,Ga naar voetnoot1575
Deynckje niet Joncker de buyck-lapper die is doodt,Ga naar voetnoot1576
Besettet moytjes met een stuyvers taruwen broot,Ga naar voetnoot1577
Wat veur wijn of bier, ghelieft mijn Heer te drincken.
jerolimo
Gay sult mey bot-muyl met den blooten hoyen schincken.Ga naar voetnoot1579
robbeknol
1580[regelnummer]
Trouwen vrient ghy hebter lustich wat inghepackt.Ga naar voetnoot1580
jerolimo
Haelt my een Hollander die my de vingers wa lackt.Ga naar voetnoot1581
Moor secht oprechte biecht, hede niet onder-weghen ghedroncken?Ga naar voetnoot1582
| |
[pagina 269]
| |
robbeknol
De toegift Heerschop die worde my voor mijn halen geschoncken.Ga naar voetnoot1583
jerolimo
Nou schinckt mey de weyn! ghy bottekroes hoe zyde soo traagh?Ga naar voetnoot1584
robbeknol
1585[regelnummer]
Dat hebje wel Baas, van kleyn bier krijghtmen Luysen in de maagh,Ga naar voetnoot1585
Een goe toogh en liechter niet om, neense trouwen.Ga naar voetnoot1586
jerolimo
Nu loot ick de goyen haer Ambrosia en Necter houwen,Ga naar voetnoot1587
Ga naar margenoot*En nu trots ick de Koningh, ja de Keyser met zijn Hof,Ga naar voetnoot1588
Met ons banquet Robbert.
robbeknol
Ghy hebter jou diel wel of.Ga naar voetnoot1589
jerolimo
1590[regelnummer]
'Tsa moeschaatje geeft may maijn gulde tande stoocker.Ga naar voetnoot1590
robbeknol
Ick selder jou stracx een langhen, hola! waer is mijn koocker?Ga naar voetnoot1591
Hy krijght een versleten Schrobber.
| |
[pagina 270]
| |
Och! daar heb ick hem, daar heb ick hem. Daar isser een mijn Heer,
Als die versleten is, so heb icker noch wel duysent meer,
En tot een tande-droogertje so eet die moye Wafel.Ga naar voetnoot1594
jerolimo
1595[regelnummer]
Robbeken, dewijlt niet quolijck schickt over TafelGa naar voetnoot1595
Datmen de spaijs te mets met wa wijn lardeert,Ga naar voetnoot1596
So isset oock heel gracieus datmen over dis discoureert,Ga naar voetnoot1597
En na dien ick mijn meugh wel heb gedroncken en gegeten,Ga naar voetnoot1598
So ist Monseur dat ick u int proviste laat weten,Ga naar voetnoot1599
1600[regelnummer]
Dat ick van Paysacye ben geboren, in het LantGa naar voetnoot1600
Te Hoboken doormen de voontjens hoolt in Brabrant,Ga naar voetnoot1601
Ick moe van ed'len bloyen zijn, en van groote lingnagie,Ga naar voetnoot1602
Want ick ghevoel het afe an meyn generose couragie,Ga naar voetnoot1603
En principalijck an de graviteyt van mijn hert in een stick,Ga naar voetnoot1604
1605[regelnummer]
Vermits niemant so seer belust is om Koning te zijn als kick,Ga naar voetnoot1605
Al woor meyn vaerken moor een schomele Pastabacker,Ga naar voetnoot1606
Meyn moeyerken daa was wel aartich en wacker,Ga naar voetnoot1607
Sy brocht de vlayen en de marsepeynen by de Singjoors,Ga naar voetnoot1608
| |
[pagina 271]
| |
By de Kapiteyns, by de Kornels, en groote Pagadoors,Ga naar voetnoot1609
1610[regelnummer]
En by de Alferos, vol van superbo stacy,Ga naar voetnoot1610
Voorwoor Robbert de Spangjers is een magnefijcke nacy,
Al ghelijcken wy Brabranders ons moeyers 'teenemaal,Ga naar voetnoot1612
Wy spreken ghemaynelijck perfeckt ons vayers taal,Ga naar voetnoot1613
En gelooft datte kick om gheen ander suyet hier ben gekomen,Ga naar voetnoot1614
1615[regelnummer]
Als om dat ick een Edelman heb quolaijck afgenomenGa naar voetnoot1615
Dat hy mijn niet eerst reventelijck heeft ghegroet,Ga naar voetnoot1616
Wanneer mijn simptueuse parsonagie hem quam te moet,Ga naar voetnoot1617
Hy salveerde my wel, maar met te langhen kneeteringh.Ga naar voetnoot1618
robbeknol
Met oorlof mijn Heer, Jerolimo onder verbeteringh,Ga naar voetnoot1619
1620[regelnummer]
Al groeten hy u wat traagjes de man die had ghelijck,Ga naar voetnoot1620
Want soo ghy selver seght hy was Edel en Rijck,
Daarom so quaamt u toe hem alder eerst te eeren.Ga naar voetnoot1622
jerolimo
Ba 't Jan ick sal hem niet eerst kongratuleeren,Ga naar voetnoot1623
Ick mach hem duysentmool hebben ghehonoreert,Ga naar voetnoot1624
| |
[pagina 272]
| |
1625[regelnummer]
En hy den onbelaafden Esel, en heeften noyt verneert,Ga naar voetnoot1625
Dat hy mijn handen hiel, en hebben voorghekomen,Ga naar voetnoot1626
Dat ick mijn Bonnet niet heel hadt afghenomen.Ga naar voetnoot1627
Wa maynde da mey die afront niet in mijn bloet en spijt?Ga naar voetnoot1628
Ick sta op de authoriteyt van meyn singorie altijdt,Ga naar voetnoot1629
1630[regelnummer]
Ga naar margenoot*Hy hoort te gedincken de qualiteyt van meyn exellente komplexcy.Ga naar voetnoot1630
robbeknol
Hoe leutert jou de kay?Ga naar voetnoot1631
jerolimo
Wa raasde?
robbeknol
Hoort onder corexcy,
Ick sou daar so niet op sien was ick in u stee,Ga naar voetnoot1632
Ick houwt voor een abelheyt datmen voor een ander is ree;Ga naar voetnoot1633
Besonder so soud' ick het doen te willigher en te eerder,
1635[regelnummer]
Principalijck voor mijn rijcker, machtiger en meerder.Ga naar voetnoot1635
jerolimo
Ghy zijt jonck en onbedacht, en ghy en weet verwisGa naar voetnoot1636
| |
[pagina 273]
| |
Niet wat d'Eer, een dingen van d'ander werelt, is.Ga naar voetnoot1637
Het is het grootste goedt, dat hier de lien met eerenGa naar voetnoot1638
Voor al d'aartsche schat behooren te begeeren.Ga naar voetnoot1639
1640[regelnummer]
Weet dat ick moor een arme schiltknaap bin,Ga naar voetnoot1640
Maar so kouragieus van moedt, dat ick noch niettemin,Ga naar voetnoot1641
Al waart dat mijn selfs ghemoeten sijn Princelijcke excellency,Ga naar voetnoot1642
En deed' hy my so knap als ick hem geen reverency,Ga naar voetnoot1643
Ick sou op een ander reys het fijntjes laten deur staan,Ga naar voetnoot1644
1645[regelnummer]
Of ick sou semers te minsten een ander strootken deur slaan.Ga naar voetnoot1645
gierighe geeraart
Daar heb iek onse Geert een obligatie vijf of ses gheschreven,Ga naar voetnoot1646
Dan trouwen, se hetme van elck ien moy oortjen e geven,Ga naar voetnoot1647
Al isse me wijf, wat leyt daar an? arrebeyt is loon waert,Ga naar voetnoot1648
Men doet nou niet voor niet, of sy wat rement en baert,Ga naar voetnoot1649
1650[regelnummer]
Daar geef ick niet om, dat is mijn verval, en dat hou ick suyver,Ga naar voetnoot1650
Ic en rekent heur niet na; wonse lestent geen reyne halve stuyverGa naar voetnoot1651
Aan dat sootje vis, dat ic om (laet sien) seven óórtjes thuys-brocht.Ga naar voetnoot1652
| |
[pagina 274]
| |
Dat sy an ons buurwijf Aal mouweris om een vyerijser verkocht?Ga naar voetnoot1653
Och kynt het winnen is soet (seyse) souwe wy daar so veel vervissen,Ga naar voetnoot1654
1655[regelnummer]
Dat en was niet geraan (seyse) vaar we meugen dat wel missen,Ga naar voetnoot1655
Wy sellen de kost wel krijgen (seyse) we hebben boter en bróót,
En mit so duwdesemen een pan met hóórense wort'len opmen schóót,Ga naar voetnoot1657
Mit een blaau moddetje in mijn vuyst, met twie oubacke korsjes,Ga naar voetnoot1658
En voort spelde sy een slabbetje fraytjes veur bey heur borsjes.Ga naar voetnoot1659
1660[regelnummer]
Och die reynicheyt die weet wat, och s'is so puntich en klaar,Ga naar voetnoot1660
Toch sy het dat van niemant vreemts, maar van heur sal'ge vaar,Ga naar voetnoot1661
Die pleech altijt op voordel mosselschelpen op te rapen,Ga naar voetnoot1662
Daar hy 'tavont of morgen hum wat schoontjes me sou of schrapen.Ga naar voetnoot1663
Slordicheyt is gien heylicheyt, dat sey Lijsje kladdebels,Ga naar voetnoot1664
1665[regelnummer]
En s'is selfs sucken klonterde-bockje datse ayeren klopt in heur pels,Ga naar voetnoot1665
En offer neus druypt, en ofse wat quijlbeckt deur 't gebabbel,Ga naar voetnoot1666
Se doet wel wat mier, alsment seggen mocht, sy werpt snottebellen te grabbel,Ga naar voetnoot1667
Maar daar houw ick me geck mee; ick bewaarse in een test,Ga naar voetnoot1668
Wangt wie weetet, ofse noch geen silver en sellen worden op het lest,
1670[regelnummer]
As ic het so Alckemisten met de lapes Philosophorum twas reyne winste;Ga naar voetnoot1670
| |
[pagina 275]
| |
Altoos van quicksilver, dats ongetwijfelt van het minste.Ga naar voetnoot1671
As ick mijn hayr laat scheeren, ick gaar de locken terstongt,Ga naar voetnoot1672
Ga naar margenoot*Want Mopsus de Ballemaker geeftmen een schelling voort pongt.Ga naar voetnoot1673
De luysige Barbiers jonges die vegen dat voor prullen uyt.Ga naar voetnoot1674
1675[regelnummer]
Maar wat doe ick? ick leeset en soecket in de vulleschuyt,Ga naar voetnoot1675
En vynt ick daar snipperlinghen van spaans, vet of drooch leer,Ga naar voetnoot1676
Dat verkoop ick de Schoenlappers op't alderduurste weer.Ga naar voetnoot1677
Ick sie nieuwers een hoopje, of ick selt kuuryóóst deur soecken,Ga naar voetnoot1678
Vyndt ick dan ouwe feylen, etterighe, of bloedige doecken,Ga naar voetnoot1679
1680[regelnummer]
Die wasch ick en blieck ick op de Cingel, op mijn benier,Ga naar voetnoot1680
En ick ventse an Ysbrangt, die maackter van fijn en grof papier,
Wachtje veur mijn: ick weet, en ick wil de kost verdienen,Ga naar voetnoot1682
O doen ick dus groot was, doe socht ick karsen en kriecke stienen,Ga naar voetnoot1683
Al warense somtijts wat misselijck, dat en was geen nóót,Ga naar voetnoot1684
1685[regelnummer]
Ick lietet mijn niet ontsuuren, d'Apteecker gafmen een pinning voor 'tlóót,Ga naar voetnoot1685
Twie kleyntjes maken ien groot, ó ick wetet so te streumelen,Ga naar voetnoot1686
Ick heb hier een sack daar kan ick mijn oudtyser in dreumelen,Ga naar voetnoot1687
Wat yet wat is, dat houw ick te raadt, ast maar wat doogt,Ga naar voetnoot1688
Ick heb daar stracx een Erfje met een Emmer as e hoogt,Ga naar voetnoot1689
| |
[pagina 276]
| |
1690[regelnummer]
En ick brochter gistren op wel drie schooten vol oester-
schelpen,Ga naar voetnoot1690
In me wijf een stulp met goet, kijckt alle baaten helpen.Ga naar voetnoot1691
As de óólyslagers en vleyshouwers 'tsavonts haar vuylis hadden uytgekruyt,
So was ic daar smorgens voor douw voor dach gauw by met mijn ouwe schuyt,
De luy verstaanter niet sy mienen datte wy benne geck,Ga naar voetnoot1694
1695[regelnummer]
Om dat ick mijn lant vet mest met koemis, en mijn boomen met hennedreck,Ga naar voetnoot1695
En mijn varkens met borstel en met mensche draf,Ga naar voetnoot1696
Ick laatse wat quaken, as ick maar wel den orber schaf,Ga naar voetnoot1697
En nou ick versta dat de vullers ouwe pis koopen,Ga naar voetnoot1698
Nou wil ick me water so lichtveerdigh niet mier laten loopen,
1700[regelnummer]
Ick selt moytjes garen in huys, in een hiel half vat,Ga naar voetnoot1700
En oft wat goor stinckt, ick ruyck niet, wat schaat dat,Ga naar voetnoot1701
Dat gelt, dat gelt dat is de droes. Asme wijf en ick wat eten,Ga naar voetnoot1702
So meete wy mekaar de toogjes toe, en so telle wy de beeten,Ga naar voetnoot1703
En so icker by gheval ien beetje iens ontbeet,Ga naar voetnoot1704
1705[regelnummer]
Dat snijtse op een kerf-stock, op datset toch niet vergeet,
Dat mis ick sanderdaags, sy weet maat te ghebruycken.Ga naar voetnoot1706
De maticheyt is een deucht, al hebben wy kijnt noch kuycken,Ga naar voetnoot1707
Wy verslempent daarom niet, noch wy hebbent noyt verpracht,Ga naar voetnoot1708
Ick sorch voor mijn vrienden, en sy veur heur gheslacht,Ga naar voetnoot1709
| |
[pagina 277]
| |
1710[regelnummer]
Wel is waar, al heb ic wel drie tonne Gouts an renten van Erven,Ga naar voetnoot1710
So wil ick liever honger lyen, als dat ick arm sou sterven.
Ghy weet niet watten lof datter de werelt of te praten het,Ga naar voetnoot1712
Alsser een man sterft die zijn volckje wat achterelaten het,
Al heb ick wel hondert huysen in stee, en wel duysent morgenGa naar voetnoot1714
1715[regelnummer]
Goedt wey en saylant, ick moet noch om 'tafterste sorgen,Ga naar voetnoot1715
Mijn wooningen hebben met de krijgh lang leeg e staan,Ga naar voetnoot1716
Ick mien nou ande vesten, en dan in 't Dolhuys-steech te gaan,Ga naar voetnoot1717
Ga naar margenoot*'tVolck deynckt niet om'er tijdt oft een maant of twie later is.Ga naar voetnoot1718
Wel wie heb ic hier? bint ghyt ouwe Trouw? goeden dach Byateris.Ga naar voetnoot1719
byateris. gierighe geeraart.
1720[regelnummer]
Wel ouwe kennis, ick wensch jou goeden dach en een goet jaar,Ga naar voetnoot1720
In wat gat hebjy so lang e steecken, secht mijn ouwe Bestevaar?Ga naar voetnoot1721
Wat helptet jou Vydemis van jou ansicht is my schier vergheten,Ga naar voetnoot1722
Hoe gatet mit jou ghehoor?
geeraart
Temelick.Ga naar voetnoot1723
byateris
Meughje noch wat eten?
| |
[pagina 278]
| |
geeraart
Ja van passen, 'tgaat wel toe.Ga naar voetnoot1724
byateris
Hoe gatet met jou gesicht?
geeraart
1725[regelnummer]
Al reelickjes.Ga naar voetnoot1725
byateris
Hoe bevoel jy jou al?
byateris
Hoe of het nou met Jan hagel is?
geeraart
Maar Jan die slacht mijn, hy is so drooch, so drooch as sagelis.Ga naar voetnoot1727
Byateris hy was te byster nu in zijn jonghe tijdt,Ga naar voetnoot1728
Maar nou is hy ouwt en doof. Wat had die man een strijdtGa naar voetnoot1729
1730[regelnummer]
Met Lijsbet Lammerts zijn snaar, en Jacob prol zijn swager.Ga naar voetnoot1730
Ghy souwt hum niet kennen soo siet hyer uyt.
| |
[pagina 279]
| |
geeraart
Dat loof ick wel, souw een mensch niet ofgaan, die sulcken hertsier set?Ga naar voetnoot1733
Al woont hy te Naarden, hy is daarom niet een hayr te gheruster,Ga naar voetnoot1734
1735[regelnummer]
'Tis trouwen, gien gevongen maachschop, het is zijn eygen suster,Ga naar voetnoot1735
En 't aar en kan hy niet lochenen, het is zijn vleysselijcke breur.Ga naar voetnoot1736
Wat ist lieve moer? sy sinder met bey heur bienen al deur:Ga naar voetnoot1737
Heur vaers goetje dat isser tot een prick toe e bleven.Ga naar voetnoot1738
Dan trouwen, het wasser al lang genoch van te veuren e schreven,Ga naar voetnoot1739
1740[regelnummer]
Want hier e seyt, onrechtveerdich goet waerachtich dat en rijckt niet,Ga naar voetnoot1740
Ten komt niet over 'tderdelit: als ick het deynck ten lijckt niet.Ga naar voetnoot1741
Hoe pleech hy uyt te suypen de kóópluy jonges en kassiers,Ga naar voetnoot1742
Schreef hy niet voor een gladde kaart een hiele vaane biers?Ga naar voetnoot1743
Of een pijntje wijns, ó dat is woecker, wat souwmen so veel winnen.Ga naar voetnoot1744
1745[regelnummer]
Alsmer smorgens wat ontbeet, 'twas stracx een pont van binnen,Ga naar voetnoot1745
| |
[pagina 280]
| |
Rekende hy niet een kanne wijns brulle, voor een króón?Ga naar voetnoot1746
Ick secher niet tegen, zijn huysvrou en s'en meyt, se waren schóón,Ga naar voetnoot1747
Maar wat wast, ofmer garen uyt vrientschap eens hossebosten,Ga naar voetnoot1748
Ten mocht ten minsten niet minder als een Rosenobel kosten,Ga naar voetnoot1749
1750[regelnummer]
Met een paar flouwelen mouwen, met een klet, en een flep,Ga naar voetnoot1750
Neen Byateris had ick so gedaan ick had niet dat ic nou wel heb.Ga naar voetnoot1751
byateris
'Tis de waarheyt vaar, ghy wetet 'tondeuchdelijck te seggen,Ga naar voetnoot1752
Ghy houwt niet van verquisten, maar wel van op te legghen,Ga naar voetnoot1753
Wat heb ickje lang e kent. Waar bleef jou ouwe kornuyt?
1755[regelnummer]
Ga naar margenoot*Beningje Nanincx susterlings afters-kijnt inde bonte luyt?Ga naar voetnoot1755
Hoe garen leyden hy inde Hout-tuynen een gelders troefjen,Ga naar voetnoot1756
Hy was dat hy was, dats alliens, het was een arch boefjen,Ga naar voetnoot1757
Hy deed mit de stienen en met de kaart al wat hy wou.Ga naar voetnoot1758
Dat verbrangselde bengeltje het sach so garen een Vrou,Ga naar voetnoot1759
1760[regelnummer]
En of hy een stuck gelts verteerde, hy achtent als een bobel,Ga naar voetnoot1760
Maar wat hettet te beduyen, het maatje was te nobel.Ga naar voetnoot1761
Hy was niemants verdriet, hy was altijdt vrolijck en bly,
Hy vermaackten een hiel selschip, elck wasser garen by.Ga naar voetnoot1763
| |
[pagina 281]
| |
geeraart
Wel waer koom jy van daan?
byateris
Maar ic koom uyt de stadtskoocken.Ga naar voetnoot1764
1765[regelnummer]
Daar heb ick de Koncarje teugen een maandach besproocken,Ga naar voetnoot1765
Dat hy de Tafel sal brengen voor Monseur Rokes sen deur,Ga naar voetnoot1766
Al pretendeert Egbert daar axci op; de Huysvrou gaet veur,Ga naar voetnoot1767
Tissen keur van de stadt: en of'er schoon dan noch Jan Hen is,Ga naar voetnoot1768
Dat baat niet; hy komt te laat met zijn Scheepe-kennis,Ga naar voetnoot1769
1770[regelnummer]
Ic heb hem geloos-panct, en ge-eygen-panct, en uytte wonnen met recht,Ga naar voetnoot1770
So doe ic zijn voochden ooc, Gerret Jansz.plat-bec en Symen slecht,Ga naar voetnoot1771
En of Pieter hinck de deur-waarder, zijn huys wil voor de Kerck setten,Ga naar voetnoot1772
Daar set ic Miester Bartel mijn Procureur tegen met zijn wetten.Ga naar voetnoot1773
Ick heb een schat-brief en sentency op zijn huys, en op zijn goet,Ga naar voetnoot1774
1775[regelnummer]
Wachtje veur onse lieven-heers veurspraac, hy is niet mal wat hy doet.Ga naar voetnoot1775
Al het hy lestent dat proces, en die gerechtige saack verloren,Ga naar voetnoot1776
| |
[pagina 282]
| |
Dat deed hy uyt liefde vande rechts-gheleerde Doctoren,Ga naar voetnoot1777
Die gaf hy 'tgewonnen, trouwens alwillens, na de uytspraack van de Preses,Ga naar voetnoot1778
Dan prevelt hyen goet, dat d'Avokaten niet souwen lieren leses,Ga naar voetnoot1779
1780[regelnummer]
Ja dat mier is, speldes: Ick laat noch van buytene staan,Ga naar voetnoot1780
En om quaat vande Heeren te spreken, geeft hy't al de guyten te raan.Ga naar voetnoot1781
Staach disputeert hy int kantoir met de jonges, en de klercken.Ga naar voetnoot1782
Die hebben hem soo voor 'tsotje, dattet de kneuckels en de boeren mercken,Ga naar voetnoot1783
Daar verwijt hy de schrabbelaers en de penlickers, datGa naar voetnoot1784
1785[regelnummer]
Het sondt en schandt is dat sy nemen een grootje voor 'tbladt,Ga naar voetnoot1785
Van erf-goet, of Inventaris: wat was hy? dat hy niet stout inde beck was,Ga naar voetnoot1786
Wat wasser een spul doe malle miester marten seyde dat hy gec was,Ga naar voetnoot1787
Daar gingh Bartel stracx een vaen of twie op uytlegghen,Ga naar voetnoot1788
Maar Marten wont, want hy beweest hem met zijn eygen seggen.Ga naar voetnoot1789
1790[regelnummer]
Wat heb ick wel een gelt verrecht om Jan Dierten, alyas Buys,Ga naar voetnoot1790
Ja wel dat een mensch gelt was hy bleef wel op 'tstadthuys.Ga naar voetnoot1791
'Tis hier een konsultacy, 'tis daar een act te lichten van vijf ses regelen,Ga naar voetnoot1792
Daar van een certificacy, en gints weer van 't zeghelen,
'Tis hier de knaap, de dieflayer, en daar mijn Heer de Schout,Ga naar voetnoot1794
| |
[pagina 283]
| |
1795[regelnummer]
Daar de Steeboo die de rol dient, en de Kamer bewaart, dat hy jou woort wat hout.Ga naar voetnoot1795
Ga naar margenoot*Somma sommarum het is over al gelt, ghelt veur en gelt achter,
Ja kijnts ick weeter of, mijn Vaartje was deurwachterGa naar voetnoot1797
Vande Vierschaar.
geeraart
'tIs de warret, Byateris, maar watje seght,Ga naar voetnoot1798
Ick sou hier iens gaan tot en smal-joncker, 'tis ien loopende knecht,Ga naar voetnoot1799
1800[regelnummer]
Ick heb hem een huys verhuurt, en hy deynckt om gien betalen,
En as het de Luytjes niet stracx en brengen, so moet ick het halen,Ga naar voetnoot1801
'tIs inde huur-ceel expres bedongen een pay te geven alle maans,Ga naar voetnoot1802
'tIs wel waar de Brabanders en sijn niet op sijn Italiaans,Ga naar voetnoot1803
Maar sy varen wel after uyt, ick houwer men gec me, sey tettroy,Ga naar voetnoot1804
1805[regelnummer]
Vroech mey te maken, deur te gaan en te betalen met betstroy,Ga naar voetnoot1805
Daar sal ick veursien, jaack seper, hiet ick aers so ick hiet.Ga naar voetnoot1806
byateris
Met groote reden, dat 's hum recht, wel seker souje niet?Ga naar voetnoot1807
En ick gae hier tot een kóópman om wat ghelts t'ontfanghen,
Soo 't hem gelegen komt op staande voet op een bortje te langen.Ga naar voetnoot1809
1810[regelnummer]
Holla hier most ick zijn Gerrit-buur.
| |
[pagina 284]
| |
geeraart
Wel Byateris ic me.Ga naar voetnoot1810
byateris
Klopt ghy.
geeraart
Neen klop jy: propertjes van liever le.Ga naar voetnoot1811
Robbeknol. Jerolimo. Byateris. Geeraart.
robbeknol
Wel wie klopt daar so hart? wat schaamt u ghy karonje.Ga naar voetnoot1812
byateris
Jongman is mijn Heer niet t'huys?
jerolimo
Robbert segt dat ic ben in besonje.Ga naar voetnoot1813
robbeknol
Hy is niet by der handt.
geeraart
Wast meugelijck ick sprack hem wel en woort.
| |
[pagina 285]
| |
robbeknol
1815[regelnummer]
Ja wel fijn-man ten mach hem niet beuren rechtevoort.Ga naar voetnoot1815
jerolimo
Robknol seght dat ick ontfangh meyn Indigo en konsenilje.Ga naar voetnoot1816
geeraart
Ick moet hem spreken knecht.Ga naar voetnoot1817
robbeknol
Jy meught morgen weer komen, wilje,
En wilje niet so blijfter van daan, so langh tot men jou haalt.
byateris
Wel dat is moy bescheyt, daar me ben ick niet betaelt.
robbeknol
1820[regelnummer]
Waar van koppelaarster? hoe na van je man de sleper?Ga naar voetnoot1820
jerolimo
Seght datte kick besich ben met mayn genoffel-naghelen en Oost-Indische Peper.Ga naar voetnoot1821
| |
[pagina 286]
| |
geeraart
Roept hem jonghen! flucx oock, wat brabbelt my den guyt.Ga naar voetnoot1822
robbeknol
Bestevaar jy vaart voor morghen niet, al roep jy wat luyt,Ga naar voetnoot1823
Gy ouwen saggelaar.Ga naar voetnoot1824
byateris
Hoe spreeckje so teughen en man die en baert // het?
robbeknol
1825[regelnummer]
Toovenaarster kom ickje op het lijf, ick selje krelisduyvelen dattet een aert // het.Ga naar voetnoot1825
geeraart
Doet de deur op benghel! of ick loopse op met ghewelt.Ga naar voetnoot1826
byateris
Ja seker, gheefje de luy spytighe woorden veur heur ghelt.Ga naar voetnoot1827
robbeknol
Wat missegh ickje? ick segh ten komt hem niet gheleghen,Ga naar voetnoot1828
Hy is met zijn Makelaars int packhuys om sijn balen te wegen:
| |
[pagina 287]
| |
1830[regelnummer]
Hy teyckentse elck op haar nomber, met sijn eyghen merck,Ga naar voetnoot1830
Want hy het al de blauw hoeden en de klapmutsen int werck,Ga naar voetnoot1831
Met een deel Vlaminghen van Packers, en andere uytheemsche op-
slaghers.Ga naar voetnoot1832
Wil jy gaan jy meught, ick ga boven by de Verschieters en Korendragers.Ga naar voetnoot1833
byateris
Ga naar margenoot* Ick wil een Hoer wesen, gaeje wech, so ick niet stracx en lóóp,Ga naar voetnoot1834
1835[regelnummer]
En krijt, en tier, en tilp, en roep al de buuren over hóóp.Ga naar voetnoot1835
jerolimo
Hoe speelde soo de beest, seght dase een letsken wa bayen.Ga naar voetnoot1836
geeraart
Gut jonghen, roepjem niet, so wilt hier besuckt op 'tlangt wayen.Ga naar voetnoot1837
robbeknol
Ja lieve neutekraackertje ick bin veur gien drieghen vervaert:Ga naar voetnoot1838
Wel tóótebel wat heb jy te segghen dat jy dus ongnaartich baert.Ga naar voetnoot1839
| |
[pagina 288]
| |
1840[regelnummer]
Wat wilje? schortje wat lijf-uyt? jy hoorden met verstanckt // te spreken.Ga naar voetnoot1840
Ten is gien kunst, appel-teef, van vrome luy schanckt // te spreken.Ga naar voetnoot1841
geeraart
Jonghman vergheeftet mijn, heb ick yet e seydt 't ismen leet.Ga naar voetnoot1842
robbeknol
Wacht wat, ghelieftet je, mijn heerschip staat hem en verkleet,Ga naar voetnoot1843
Hij wascht sijn handen schóón, Heer hy hout soo veul vande reynicheyt
1845[regelnummer]
Vertoeft een kleyn lutje.Ga naar voetnoot1845
byateris
Wel dat is een kleynicheyt.
Jerolimo. Geeraart. Byateris. Robbeknol.
jerolimo
Bon'sjours Monseur, en ou van ghelijcken Joffrou, wats ou begaeren?Ga naar voetnoot1846
Ick koom daar so schierlinghs van mijn besonjes en affaeren.Ga naar voetnoot1847
Ke door een waynichsken ghetravaljeert, ba jemey ick sweet.Ga naar voetnoot1848
geeraart
Ick deynck heerschop datje nou mijn bootschap wel weet?
| |
[pagina 289]
| |
byateris
1850[regelnummer]
En gy weet wel, geloof ick Sinjeur waar ickje om kom besoecken?
jerolimo
Mesjeurs ick kick ben wat gheinpeschieert met mayn boecken:Ga naar voetnoot1851
En no datte kick mayn debit en kredit heb ghefingeert bekants,Ga naar voetnoot1852
So sluyte kick mayn rekeningh, en ick moke mayn ballans.
En dewijl kick mayn winningh en verlies heb overgheslaghen,Ga naar voetnoot1854
1855[regelnummer]
So begin ick de open partyen in mayn nieu journael over te dragen,Ga naar voetnoot1855
Na de Illustre indistructie van Aert de Kordes, mayn Kompeer.Ga naar voetnoot1856
geeraart
Ick praat van men ghelt, daar leyt myn niet an ghelegen Heer.Ga naar voetnoot1857
jerolimo
Ke ne, gheen ghelt, par kasa, nauwlijcx so veel tot mayn debocy,Ga naar voetnoot1858
Wy koopliens doen ons ghelt gheheel en al inde Negocy,
1860[regelnummer]
Wa maynde gayliens da ons geldeken stil leet, da woor best,Ga naar voetnoot1860
Ja siet eens, pont vlooms is alle doogh so veel van interest,Ga naar voetnoot1861
Wel verstoonde door de regel kos, gedevideert tegens den penning thien.Ga naar voetnoot1862
| |
[pagina 290]
| |
byateris
Wel hoe ist vaer? selje me gelt geven, of sel icker om sien?Ga naar voetnoot1863
jerolimo
Moyer al stillekens, sweyght, men sal ouwlien gheryven,Ga naar voetnoot1864
1865[regelnummer]
Ick go node Burs, en loot mey duysent pont of-schryven.Ga naar voetnoot1865
Stuurt u Moosen of knoop morghen vruigh of t'achter noen,Ga naar voetnoot1866
Men sal ou ou gelt tot een negemanneken, tot een mijtken hebben doen.Ga naar voetnoot1867
Ja tot een splytemijt: wel wa fackseert mey desen.Ga naar voetnoot1868
byateris
Wat rijtmen deuse kaal-gat, wel pronc-pint, wannier selt wezen?Ga naar voetnoot1869
jerolimo
1870[regelnummer]
Wien sydy? tegen wien spreecty? wete da wel? wa gebrabbel is hier?Ga naar voetnoot1870
byateris
Wie ic bin, ic bin en vrou mit eeren, en ic spreec tegen een banckerotier.Ga naar voetnoot1871
| |
[pagina 291]
| |
geeraart
Nu stil, selt zijn? wy comen flus weer.Ga naar voetnoot1872
jerolimo
Semers, sonder fout,
Ga naar margenoot* Een Roggestiaart in ou jaers, goot heen gay ouwe rabout,Ga naar voetnoot1873
En gay oock klackoy, loopt voor den Duyvel by uw kommeren,Ga naar voetnoot1874
1875[regelnummer]
Gay sult mey, ick sweert ou, so meschant niet meer tracteren.Ga naar voetnoot1875
Robknol 'k gheef ou verlof: ick moe nou dootelijck voort,Ga naar voetnoot1876
Leeft eerlijck by de liens, en doet gheleyck en Jonghman behoort.Ga naar voetnoot1877
Goot by de buurwijfs, hoorde: en ofse weer quamen maanen,Ga naar voetnoot1878
|
|