Spaanschen Brabander
(1974)–G.A. Bredero– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 192]
| |
Tweede deel
Jerolimo en Robbeknol
robbeknol
T'Is hier oock gien deech, 'k en weter gien huys te houwen;Ga naar voetnoot486
Want hier is hongher e backen en dorst e brouwen.Ga naar voetnoot487
jerolimo
Ba woor sayde gay, dagge me niet en kuystGa naar voetnoot488
Mayn mantel en wambays? sach say zaijn so bepluyst.Ga naar voetnoot489
490[regelnummer]
Kom hier en sieghet eens, gay moetmen voorts wat keeren:Ga naar voetnoot490
En hedy geen borstel?
| |
[pagina 193]
| |
jerolimo
Maar wat est dagge al secht?Ga naar voetnoot492
robbeknol
Ick seg niemendal Heer.
jerolimo
Schickt my de lobbe recht,Ga naar voetnoot493
En krijcht my mijn bonnet met den royen plumagie,Ga naar voetnoot494
495[regelnummer]
En mayn stekade: gaat voort haalt water pagie,Ga naar voetnoot495
Met een suyv're dwaal en het vergult lampet.Ga naar voetnoot496
robbeknol
Wat rijdme de vent? hy weet wel dat hy niet en hetGa naar voetnoot497
Dan een gebroken pot.Ga naar voetnoot498
jerolimo
Maar wat voert ghy de snater?
robbeknol
Siet Joncker, ick heb hier de hand-doeck en het water,Ga naar voetnoot499
500[regelnummer]
Ghelieft u oock yet meer?Ga naar voetnoot500
jerolimo
Ten komt mayn niet te pas
| |
[pagina 194]
| |
Te antwoorden als ick ensicht of handen was.Ga naar voetnoot501
Gay sult na mayn mont zien, en hooren na mayn hemmen.Ga naar voetnoot502
Haalt mayn yvoren kam, ick moet mayn hoot wa kemmen.
robbeknol
Hey dat isser ientje, soo mijn ooghen wis // zien,Ga naar voetnoot504
505[regelnummer]
So isset uyt de start van ien schelle-vis // bien.Ga naar voetnoot505
jerolimo
Wa saydy een drol een: hoe staan nu mayn locken?Ga naar voetnoot506
robbeknol
Sy krullen as een wijngert, seecker sonder jocken.Ga naar voetnoot507
jerolimo
Ga naar margenoot*Wat dunckt u van mijn hayr, en ist niet schoon en blont?
robbeknol
Ghelijck een Engels Knijn, het wert al moytiens bont.Ga naar voetnoot509
jerolimo
510[regelnummer]
Hoe staet mayn de Bonet, en dese jente vaertjens?Ga naar voetnoot510
| |
[pagina 195]
| |
robbeknol
Joncker jou hoetjen staet wel netjens op drie haertjens,Ga naar voetnoot511
'Tis dubbelt ondieft.Ga naar voetnoot512
robbeknol
Joncker is dat een vraegh,
En sou jou goet niet fray, niet wel en aerdich passen,Ga naar voetnoot514
515[regelnummer]
Jou Moer hetter jou lijf, van joncx na laten wassen.Ga naar voetnoot515
jerolimo
O Robbeknol dach gewaer, dat is so excellent,Ga naar voetnoot516
'Tis van den ouwen Wolf.Ga naar voetnoot517
robbeknol
Ick heb hem noyt ghekent.
jerolimo
Ick weet geen gelt so lief, daer ick het voor sou geven,
| |
[pagina 196]
| |
Want Meester Tomis noyt soo goet moockten zayn leven,Ga naar voetnoot519
520[regelnummer]
Sie daer hoe daget gruys daer al stuyft dick en vol,Ga naar voetnoot520
'K wed' ick hou overmidts daar mee een sack met wol.Ga naar voetnoot521
robbeknol
En ick een Roggen-broot met dese beene tanden,Ga naar voetnoot522
Al wast van twaelf pondt, ick brochtet heel ter schanden.Ga naar voetnoot523
jerolimo
O 'tis een goedt stuck wercks, maer hoe? 'tsteeckt door de schay.Ga naar voetnoot524
robbeknol
525[regelnummer]
Dats ops'en Hovelings, een Edelman staet dat fray.Ga naar voetnoot525
jerolimo
Rob'knol ick gae eens uyt tot ons Pastoor en Koster,Ga naar voetnoot526
Wat missick, paasse kick, mayn houten Paternoster?Ga naar voetnoot527
| |
[pagina 197]
| |
robbeknol
Daer gaet den armen bloet wel fier en moedich uyt,Ga naar voetnoot528
Dats ops'en genevoys, nou moytjens as de Bruyt.Ga naar voetnoot529
jerolimo
530[regelnummer]
Wel Robbert maecktet bedt, het huys wart ou bevolen,Ga naar voetnoot530
Haelt wooter, sie wel toe, da ons nie wart ghestolen,Ga naar voetnoot531
Soo g'uyt gaet, sluyt de Poort, en lecht de sleutel, danGa naar voetnoot532
Op dese Richel, op dat ick incomen can,Ga naar voetnoot533
En slaget 'teeten gay, dat 'tgeen Ratten verderven.Ga naar voetnoot534
robbeknol
535[regelnummer]
Quammer een Muys in huys hy sou van honger sterven.Ga naar voetnoot535
Hoe groots treedt hy daer heen, hoe aertich op zijn pas,Ga naar voetnoot536
Soumen niet seggen dat het selfs zijn Hoocheyt was,Ga naar voetnoot537
Of ymant van zijn Raet, soo trotsch is hy van wesen?Ga naar voetnoot538
Heer daer ghy send' de sieckt, daer stierdy oock 'tgenesen.Ga naar voetnoot539
540[regelnummer]
Die dees mijn Heerschip sach soo kloeck en wacker gaen,Ga naar voetnoot540
En sou hy niet vermoen, hy had' een 'tsech gedaenGa naar voetnoot541
Die hups en lustich was? maer wie soudt connen weten,Ga naar voetnoot542
Dat gist'ren noch van daech, hy niet en heeft ghegheten,
Dan een kruympje drooch broot, dat ick droech op mijn borst,
| |
[pagina 198]
| |
545[regelnummer]
In plaets van een Tresoor, wel gruysich en bemorst?Ga naar voetnoot545
O Godt u wercken zijn van wonderbaer vermoghen,Ga naar voetnoot546
Wie sou niet met die schijn van welstant zijn bedroghen?
De Jongman komter an, en treet ghelijck een PrinsGa naar voetnoot548
Die genich dinck ghebreckt, maer die 'tgaet na zijn wins,Ga naar voetnoot549
550[regelnummer]
Hy is wel uyt ghedost, en comt hier an brageren,Ga naar voetnoot550
Al had' hy duysent pont om jaerlijcx te verteeren,Ga naar voetnoot551
Ga naar margenoot*Wie sou eens dencken dat zijn bulster of zijn bedtGa naar voetnoot552
Gheen daelder waert en is, met alles wat hy het?Ga naar voetnoot553
Wie sou eens dencken dat hy smorghens kan ghedooghenGa naar voetnoot554
555[regelnummer]
Zijn handen, aensicht, aen een vuyle slet te drooghen?Ga naar voetnoot555
Ach dit denckt niemant niet! maer ghy weet Heer, met mijn,Ga naar voetnoot556
Hoe veel dat hem ghelijck in dese werelt zijn,Ga naar voetnoot557
Die meer om yd'le eer, en pronckerye lyden,Ga naar voetnoot558
Als om u heyl'ghe wil: O recht vermaledydeGa naar voetnoot559
560[regelnummer]
En lichte glory van een sulcken sot ghemoet,Ga naar voetnoot560
Dat ziel en lijf veeltijdts hier banckrottieren doet.Ga naar voetnoot561
Wel hoe ben ick soo veer met mijn ghedacht ghekomen?Ga naar voetnoot562
Voorseecker was ick daer gheweldich op ghenomen.Ga naar voetnoot563
Nu ick wil binnen gaen en sluytent 'tdeurtjen toe,
565[regelnummer]
Want 'tis voor al het best, dat ick mijn werck of doe.Ga naar voetnoot565
| |
[pagina 199]
| |
De tvvee Snollen. Trijn Jans en Bleecke An
Neen bygut Trijn, dat waren nobele Baasen,Ga naar voetnoot566
O se kannen een Kan lustich werpen door de Glaasen,Ga naar voetnoot567
En vangense buyten s'huys, de jonckste was een lanst,Ga naar voetnoot568
Gants lyden ick heb mijn buyck nu iens volle danst,Ga naar voetnoot569
570[regelnummer]
Waerachtich 'twas een geest, by men sy, ganswongdenGa naar voetnoot570
Ick haet de drooch-nappen, die gierighe honghden,Ga naar voetnoot571
En ick prijs werentich een rijcke milde pol,Ga naar voetnoot572
Ick segh noch, o de knecht ken omgaen met een snol.
Maer Annetjen sechtmen iens, wat isser wel oppeloopen?Ga naar voetnoot574
an
575[regelnummer]
Een moye Spaense Mat, daer wil ick wat moys om koopen,Ga naar voetnoot575
Eert deur de ving'ren druypt, is dat niet best Trijn Jans?
Heer ick heb sulcken sin, in Klickers op zijn Frans,Ga naar voetnoot577
Ick worder schier wilt om, als ickse maer hoor kraacken,Ga naar voetnoot578
Ick seghje dat, se souweme wel gaende maacken,Ga naar voetnoot579
580[regelnummer]
Maer Trijntje wat kreeght ghy?
| |
[pagina 200]
| |
trijn
Een halve Pistelet.Ga naar voetnoot580
Ick heb nou lestent wat goets, wat snuysterings verset,Ga naar voetnoot581
Daer is mijn Lommertceel, leest hoe veel moeter wesen.Ga naar voetnoot582
an
Wat Karackters zijn dit, de Duyvel mocht dat lesen,Ga naar voetnoot583
Een kruysje, een krulletje, een streepje, par giert,Ga naar voetnoot584
585[regelnummer]
Dits Nickers-gheleertheyt door Heyntjeman versiert.Ga naar voetnoot585
trijn
'Tis my alliens hoet is, as ick an 'tmijn kan raecken,Ga naar voetnoot586
Dat doen zy slechs om dat het niemant nae sou maecken,Ga naar voetnoot587
Ay-lieve gaet eens mee, hier in de Veruwery,Ga naar voetnoot588
Tot Pockdalighe Neel, 'tis doch hier dichte by.Ga naar voetnoot589
590[regelnummer]
Ga naar margenoot*Wel hoe schoorvoetje dus! ghy moet noch niet verdwalen,Ga naar voetnoot590
Dit wijfje zal voor mijn eens met een snap gaan halenGa naar voetnoot591
Mijn schort-haack, in mijn schort, mijn schorteldoeck, mijn huyck:Ga naar voetnoot592
Ey siet iens watten slort heb ick hier veur mijn buyck,Ga naar voetnoot593
| |
[pagina 201]
| |
Ick spu dat icket sie, 't is vol stoppen en lappen,Ga naar voetnoot594
595[regelnummer]
En siet ick sel terwijl een vaentje laten tappen:Ga naar voetnoot595
Maar hoe stoeyde ghy so met sulcken groot ghewelt?Ga naar voetnoot596
an
Dat loof ick wel de vent en wod eerst niet van ghelt,Ga naar voetnoot597
Hy loofden my een jack, twee rocken en een vliegher.Ga naar voetnoot598
Specy in manum (seyd' ick) God is gheen bedriegher.Ga naar voetnoot599
600[regelnummer]
Ick sal't gheven (seyd' hy) so waar als ick hier stae.
Die zijn gelt te voren gheeft (seyd' hy) die mint op ghenae.Ga naar voetnoot601
Doen seyd' ick, soo veel te loven en niet te gheven,Ga naar voetnoot602
Dat doet borsje de malle luy in vreuchden leven.Ga naar voetnoot603
Dat gat en boordje niet, seyd' ick, soo jongman fijn,Ga naar voetnoot604
605[regelnummer]
Ick ken soo wel een boef, als al de boeven mijn,Ga naar voetnoot605
En met soo sloech hy munt. Ick sou niet kunnen spreken,Ga naar voetnoot606
Of hy, of ick, of wie dat eerst opsloech de deken:
Maar immers weet ick wel as ick hem sach so net,Ga naar voetnoot608
Jerolimo wt
Soo docht ick datter quam een Enghel in mijn bet.
610[regelnummer]
Hola, hier komt een man die 't schijnt dat vry wat drock // het.Ga naar voetnoot610
Swijcht: goeden dach Signeur: weetje oock wat de klock // het?Ga naar voetnoot611
| |
[pagina 202]
| |
jerolimo
De klock herteken lief, die is ontrent den tien:Ga naar voetnoot612
Maar s'jasus, wa gheluck: maar Enghelijcke lien:Ga naar voetnoot613
Maar beeldekens van gout, met goeyen salutacyGa naar voetnoot614
615[regelnummer]
Kus ick de handekens van ou beleefde gracy.Ga naar voetnoot615
Kee hertekens woor heen dus sonder serviteur?Ga naar voetnoot616
trijn
Wy wand'len met vermaack, by dees ryvier Monseur.Ga naar voetnoot617
jerolimo
Triumphante Vroukens, met eer en deucht bepaerelt,Ga naar voetnoot618
Die met ou oogskens dwingt de grootste vande Waerelt.Ga naar voetnoot619
620[regelnummer]
U alderminste slaaf die gay weet op der aart,
Die wenst ou al het gheen da gay denckt en begaert.Ga naar voetnoot621
Ick bid ou Majesteyt haar soo laach te verneeren,Ga naar voetnoot622
Dat ick een letsken mocht met ou wat pourmaneeren.Ga naar voetnoot623
an
Dees bede niet alleen sy u gheconsenteert:Ga naar voetnoot624
625[regelnummer]
Maar wy houden daar toe ons grootelijcks vereert,Ga naar voetnoot625
| |
[pagina 203]
| |
Soo wel door u persoon, als door u reverency.Ga naar voetnoot626
jerolimo
Goddinnekens ghy verwint in schoonheyt en sciency,Ga naar voetnoot627
De wyse Pallas, en de suyvre Diaan,Ga naar voetnoot628
De blonde Venus, en de Dochter vande Swaan,Ga naar voetnoot629
630[regelnummer]
De Spartsche Coningin, die 't hoochmoedige TroyenGa naar voetnoot630
Ten bloedt en brande brocht, en 't Greeksche Legher doyen.Ga naar voetnoot631
O monarchale Vrouw! dat ou dien Phoebus sach,Ga naar voetnoot632
Het groote licht en sou niet stralen desen dach,
Hy soude sayn karos en pyaarden laten rusten,Ga naar voetnoot634
635[regelnummer]
Om te gaudeeren en godderen in zijn lusten.Ga naar voetnoot635
trijn
Ga naar margenoot*Met oorlof mijn Heer, ick kan u niet verstaen,Ga naar voetnoot636
Ghy spreeckt als een Portegijs, of als een Italiaen,Ga naar voetnoot637
Ghy loopt ons veel te hooch met u Poeetiseeren.
| |
[pagina 204]
| |
jerolimo
Provinciale Maecht, hoe kundy discoureeren,Ga naar voetnoot639
640[regelnummer]
Ghelijck als den Parnas' van Henste woter spuyt,Ga naar voetnoot640
So vloeyen van u tongh de schóóne wóórden uyt.
De Mussen hebben u in plets van Moeyers speenenGa naar voetnoot642
Ghevoeyert en ghesoocht, met goeyen Hippocrene.Ga naar voetnoot643
Wat kout ick sotte-bol, de Goyen kleen en gróótGa naar voetnoot644
645[regelnummer]
Die houden hun Paleys int midsen van u hóót.Ga naar voetnoot645
Sy singhen daer Musijck in u retorikale sinnen:Ga naar voetnoot646
O ghey Bataviersche Marcurialistinne:Ga naar voetnoot647
Semers ghelieverkens, ick beeld my woorlijck inGa naar voetnoot648
Dat ick by menschen niet, maer da 'h by Nymphen bin,Ga naar voetnoot649
650[regelnummer]
Die inde silv're vloet des Amstels dickwils bayen,
En dagge op het Lant hier somtijts komt vermayen.Ga naar voetnoot651
'tSichtens dat ick ou sach, Heliconninnekens blijt,Ga naar voetnoot652
Kreeg ick vermoeyen dagge Jupijns Susters zijt.Ga naar voetnoot653
Devine Dochterkens! Herteken! heeder 'tsegen,Ga naar voetnoot654
655[regelnummer]
Het geen ick admireer? Och Lief! ick denck wel negen,Ga naar voetnoot655
Princeskens ofge wa saat, en songt ons wa fraas.Ga naar voetnoot656
| |
[pagina 205]
| |
an
Joncker hebje wat nieuws geeftet my Elenbaas?Ga naar voetnoot657
trijn
Ick selje weer wat soets ter gheleghender tijdt vereeren.Ga naar voetnoot658
jerolimo
Een bayslopen Juffrouw, dat sode ick wel begeeren.Ga naar voetnoot659
an
660[regelnummer]
Dats u ongheweyghert een vuyst in u oogh.Ga naar voetnoot660
jerolimo
'K he daer een nieuw Lieken, maer 'tis my wat te hooch.Ga naar voetnoot661
an
Ey-lieve laet eens sien of wyer wijs op vonden.Ga naar voetnoot662
jerolimo
En breecks niet, want 'tis my van den Hertoch gesonden,Ga naar voetnoot663
Wast gheen raar dinghen Lief, hy hads my niet ghestiert.Ga naar voetnoot664
| |
[pagina 206]
| |
trijn
665[regelnummer]
Ick hoor wel datje met gheen slechte luy verkiert,Ga naar voetnoot665
Mijn Joncker set u neer, ey latet mijn eens kijcken.
Sy singhen, Betteken voer nae Maerye-mont.
Trijn. An. Jerolimo. Robbeknol.
robbeknol
Mijn bet dat is ghemaeckt, nu mach ick eens gaen strijckenGa naar voetnoot667
Nae 'tRaempoortjens-steyger, en vullen dese PotGa naar voetnoot668
Met klaer water, hoe nou? wel wordje nu niet sot,Ga naar voetnoot669
670[regelnummer]
Jae wel beschijtje niet? Mijn Joncker by twee Snollen,Ga naar voetnoot670
Maer toch mijn lieve man, lust jou noch wat te krollen?Ga naar voetnoot671
Ick sie mijn ooghen uyt, ick prijstje: soo mijn Vaer,Ga naar voetnoot672
Wat gater voor de ruymt, soo 'twietjens voor een paer.Ga naar voetnoot673
jerolimo
Juffrouwen ist niet schoon? zijn Hóócheyts HovelinghenGa naar voetnoot674
675[regelnummer]
Die worden wilt en broets als sy da Lieken singhen.Ga naar voetnoot675
| |
[pagina 207]
| |
d'Infante singhet selfs: de Vrouwen van hoor staat,Ga naar voetnoot676
Ga naar margenoot*Die schreeuwent door het hof, en krytent over straat.Ga naar voetnoot677
an
Maar Joncker watje seght.Ga naar voetnoot678
trijn
Ja watte vreemde maren.
jerolimo
680[regelnummer]
De guyts en lackerkens die leeren dat veel eer,Ga naar voetnoot680
Als haar Poter Noster, of yet goets van ons Heer.Ga naar voetnoot681
robbeknol
Wat of de geck al praat?
an
Mijn Heer wille wy rysen?Ga naar voetnoot682
jerolimo
O Joffrou wildy my een courtesy bewysen,Ga naar voetnoot683
So laat u slave toe dat hy u eensjens kust.
| |
[pagina 208]
| |
trijn
685[regelnummer]
Nou Joncker niet te stout, ay lieve houtje rust.Ga naar voetnoot685
robbeknol
Ick lachme an men eyndt, hoe nou toe Joncker pover?Ga naar voetnoot686
Hem komt me as de luy een kermis-vreuchjen over.Ga naar voetnoot687
jerolimo
Ick bids u laat my eens, ist mueg'laijck latet zijn.Ga naar voetnoot688
an
Komt Joncker laat ons gaan, en leyt ons inde Wijn,Ga naar voetnoot689
690[regelnummer]
Hier op de Klieveniers, daar gaan de nob'le baasen.Ga naar voetnoot690
jerolimo
Ick he de moeyten niet, ick moet te noenent raasen,Ga naar voetnoot691
't Gaet na den twelven toe, ick moet sijn op de Bors,Ga naar voetnoot692
Om mayn Trafeycken en besoingien par fors.Ga naar voetnoot693
trijn
Wel Joncker schenckt ons dan een hallif stuck van achten,Ga naar voetnoot694
695[regelnummer]
Wy sullen waar ghy wilt binnen of buyten wachten.
| |
[pagina 209]
| |
jerolimo
Men siel 'k en weet gheen raat, een rijck man die het heet.Ga naar voetnoot696
Juffrouwen 'khe gheen tijdt, oock wil ick dagge weet
Da meyn de Coningh selfs heet generoos gheschrevenGa naar voetnoot698
Dat hy my heet het ampt van zijn koetsier ghegheven,
700[regelnummer]
Dats een superbe last, gentiel en magnifijck,Ga naar voetnoot700
Dies schouw 'k Tavarens viel, want 't is te mikanijckGa naar voetnoot701
Voor liens van staat, als kick, zemers de glorioosen,Ga naar voetnoot702
Die moockt hem niet ghemayn met Masens en vuylnoosen,Ga naar voetnoot703
En sulcke ghepufsel, een man van authoriteytGa naar voetnoot704
705[regelnummer]
Die vuyght sich steets by volck van zijnder qualiteyt.Ga naar voetnoot705
Hierom Joffrouw dunckt my so ben ick excusabel,Ga naar voetnoot706
Ten inzicht van mayn staat, en ist niet honorabel:Ga naar voetnoot707
Want liens die in haar eer en reputacy // staan,Ga naar voetnoot708
Die moeten by gheen wijn noch lichte nacy // gaan.Ga naar voetnoot709
710[regelnummer]
Behalven dat dees twee des menschen welvaart krincken,Ga naar voetnoot710
So raecktmen uyt 'tcredijt door Vrouwen en door drincken.Ga naar voetnoot711
Gracyose Vroukens maijn tijt die is voor by:Ga naar voetnoot712
Ie vo Bassa la man, de Vostre Signory.Ga naar voetnoot713
| |
[pagina 210]
| |
robbeknol
Trouwe Luyckes je kent, wel miester jy hebt grepen;Ga naar voetnoot714
715[regelnummer]
De Hoeren nyghen, houwt, jy sult jou hembden slepen.Ga naar voetnoot715
Siet hoe dat hy sijn kap gheslinghert en ghesmeten // het.Ga naar voetnoot716
jerolimo
Ick kus de vloy, Juffrouw, die op u hont gheseten // het.Ga naar voetnoot717
trijn
Gaat heen ghy grootsche geck.Ga naar voetnoot718
trijn
Half.
an
En ick nietenbeet:
720[regelnummer]
Ick docht eerst dat ons Godt een groot kadet verleenden.Ga naar voetnoot720
| |
[pagina 211]
| |
robbeknol
Deur gaet mijn Heerschip treen, hy wast niet die sy meenden,Ga naar voetnoot721
De veughel was te schraal, ay siet de Swanen sienGa naar voetnoot722
Ga naar margenoot*Nae yemant van heur volck, en juyst en kompter gien.Ga naar voetnoot723
Nou ick mach gaan na huys, en schickent daar te deghen:Ga naar voetnoot724
725[regelnummer]
Maer holla, ick en heb gheen water noch ghekreghen.Ga naar voetnoot725
An ende Trijn
an
Ygut Trijntje het scheen dat hy u wel bevil.Ga naar voetnoot726
trijn
Die hongs-klinck, wat hy mocht dat ick niet segghen en wil.Ga naar voetnoot727
Wat sou die gatvinck doen? hem schorten maar een praatjen.Ga naar voetnoot728
Die lans knecht van te nacht dat was een ander maatjen.Ga naar voetnoot729
730[regelnummer]
Maar Annetje hebje lang gheweest in't groote gilt?Ga naar voetnoot730
an
Ja al van mijn vierthien Jaar zoo raackten ick op't wilt:Ga naar voetnoot731
Ick woonde buytens-huys, en daar ick quam te woonen,Ga naar voetnoot732
| |
[pagina 212]
| |
Daar stoeyden ick altijts met de knechsens, met de sonen:Ga naar voetnoot733
Ghy weet wel hoe't dan gaat daarmen zoo stormt en malt,Ga naar voetnoot734
735[regelnummer]
Dat het kort-hielde volck licht after over valt.Ga naar voetnoot735
Hoort hier, ick selt jou vertellen metten korsten.Ga naar voetnoot736
Mijn Miesters ouwste seun die tasten staach mijn borsten,Ga naar voetnoot737
Ick weerde my niet seer, ick lietet hem al doen:Ga naar voetnoot738
Want siet hy hadme lief, en ick was oock zoo groenGa naar voetnoot739
740[regelnummer]
Dat ick hem tockelde as hy mijn niet anraackten.Ga naar voetnoot740
'tGhebeurden zoo ick eens zijn bedde wat vermaeckten,Ga naar voetnoot741
Hy greep mijn in zijn arm, en smeet my op het bet,
Ick kantje niet kallen, wat hadd' de knecht een pretGa naar voetnoot743
Eer hy quam tot zijn wil. ó mijn! hy kon zoo prachen.Ga naar voetnoot744
trijn
745[regelnummer]
Kreetje niet?Ga naar voetnoot745
an
Kryten? wat? ick barste schier van lachen,
Het gingmen anmen hert. Ja wel het was zoo soet.Ga naar voetnoot746
Hy koftme alle ding, een sulv're vingher-hoet,Ga naar voetnoot747
Een sleutelreecx, een tas, een paar Engelse Messen,Ga naar voetnoot748
Met een moye nuwe huyck: 't goetje was van sessen.Ga naar voetnoot749
750[regelnummer]
Ick streefden assen Vos, in mijn beste gheweyt:Ga naar voetnoot750
| |
[pagina 213]
| |
Ick gheleeck sundaechs meer de dochter dan de meyt:Ga naar voetnoot751
Maar 'tschijnt wel gheen geluck en mach hier langhe duuren,Ga naar voetnoot752
Wangt een labbighe hóóp van afgunstighe buuren,Ga naar voetnoot753
Die ginghen bymen Vrouw, die simpel was en slecht,Ga naar voetnoot754
755[regelnummer]
En seyden, siet wel toe, de waghen gaat niet recht,Ga naar voetnoot755
Jou mayt gaat dus verweent, 't is van haar niet ghekomen,Ga naar voetnoot756
Jou Man gheeft heur dit goet, of sy heeftet ghenomen:Ga naar voetnoot757
Past op jou ghelt en la. Mijn Vrouw die streetmen anGa naar voetnoot758
Als dat ick my verliep met haar ghetrouwde Man,Ga naar voetnoot759
760[regelnummer]
Het welcke ick ontswoer by ziel, by sanct, by leven,Ga naar voetnoot760
Soo lang tot dat zijt haar ten lesten heeft ontgheven:Ga naar voetnoot761
Maar niet te min zoo bleef 't ghegriffijt in haar zin.Ga naar voetnoot762
Want wien de Jalousy ter herten eens laat in,Ga naar voetnoot763
Daar sal sy haar een plaats in eeuwigheyt behouwen.Ga naar voetnoot764
765[regelnummer]
In't Man-volck niet zo seer als in jelourse Vrouwen.
Ga naar margenoot* Mijn Vrouw' die gingme na, in huys en op de straat.Ga naar voetnoot766
Hoort hier, wat gaan sy doen: sy scheeren daar een raat,Ga naar voetnoot767
Waar door de bommel most eens endeling uytbreken:Ga naar voetnoot768
Want s' hebben een haar Nicht by mijn vertrek versteken,Ga naar voetnoot769
770[regelnummer]
Des nachts, nae mijn ghewoont', soo ben ick opghestaan,
En by mijn Vryer voort gherust te bed ghegaan.Ga naar voetnoot771
| |
[pagina 214]
| |
De Nicht quam uyt haar hol, en heeft een kaars ontsteken,Ga naar voetnoot772
En is mijn proper na van liever lee ghestreken:Ga naar voetnoot773
Maar doese boven quam daar vant sy 't lieve paarGa naar voetnoot774
775[regelnummer]
In alle vriend'lijckheyt ghelegen bymenkaar.
De Moer gaf mijn men sack, ick mostmen goetje nemenGa naar voetnoot776
En gaan ten huyse uyt: hem stuerdense na Bremen,Ga naar voetnoot777
Zoo quam ick by de luy: wat sal ickje meer segghen.Ga naar voetnoot778
Maar hoe quam jyer toe?
trijn
Maar hoort ick seltje segghen.Ga naar voetnoot779
780[regelnummer]
Ick diende inden Nes in een huys wel vijf jaar,Ga naar voetnoot780
En samelde mijn gheldt en goetje wel te gaar.Ga naar voetnoot781
Ick won een gróóte huur, en ick kreegh veel gheschenckenGa naar voetnoot782
Van breng-lóón, van verval, meer alsmen wel zou dencken.Ga naar voetnoot783
Ick schraapten zoo te hóóp, want siet, ick hielt te raat,Ga naar voetnoot784
785[regelnummer]
Zoo dat ick koft en kreegh al wat dat vroech opstaat.Ga naar voetnoot785
Daar na zoo docht ick eens een kamertje te huuren,
En gane by de buurt uyt wassen en uyt schuuren.Ga naar voetnoot787
Zoo ick docht, zo dee ick, ick was de weelde moe.
Ick seyde mijn huur op: mijn Vrouw' die sach bril toe.Ga naar voetnoot789
| |
[pagina 215]
| |
790[regelnummer]
Zy vraaghde mijn de schort, en of ick meer wou winnen?Ga naar voetnoot790
En of ick was verlooft? oft wat ick sou beginnen?Ga naar voetnoot791
Ten lesten 't quam'er uyt dat ick op mijn selven wouw.
En siet des s'Meys daar an zoo toogh ick van mijn Vrouw.Ga naar voetnoot793
Ick ging mitme speulnóót buyten inde Kathuysers,Ga naar voetnoot794
795[regelnummer]
Daar quam een knecht by ons, een vande jonghe vuysers,Ga naar voetnoot795
Een seun vande Zeedijck, ouwe Dirick hiet zijn vaar,Ga naar voetnoot796
Die praten my zoo schóón, wy maackten 't hylick klaar.Ga naar voetnoot797
Wy trocken na Haarlem, daar ginghen wy logeeren
In een goe herrebergh, by andere luy met eeren.Ga naar voetnoot799
800[regelnummer]
s' Nachts als ick lach en sliep zoo stal hy al mijn ghelt,Ga naar voetnoot800
Mijn sulver en mijn tas, die zoo wel was ghestelt,Ga naar voetnoot801
En ging stilswyghend' deur, en maackten mijn niet wacker,Ga naar voetnoot802
En ritsten ande wijnt, over veldt over acker:Ga naar voetnoot803
Des morghens Annetje als ick uyt mijn dróóm ontsprong,Ga naar voetnoot804
805[regelnummer]
Ick taste na mijn Lief, die 'k nerghens niet en vong.Ga naar voetnoot805
Ick riep hem by zijn naam, ick sach na tuych en tas,Ga naar voetnoot806
Ick sweem als ick vernam dat hyer deur me was.Ga naar voetnoot807
Den rouw die ick bedreef sou niemant kennen schryven,Ga naar voetnoot808
| |
[pagina 216]
| |
Mijn huyck die most daar toe noch voor 't gelachje blyven,Ga naar voetnoot809
810[regelnummer]
Daar ging ick tróóstlóós heen beschreyen mijn fortuyn,Ga naar voetnoot810
Dat door de zyjel-straat, na over-Veen, in't duyn,Ga naar voetnoot811
Ga naar margenoot* Al waar een Burgher, die ter jacht ging, my verselde,Ga naar voetnoot812
Die ick mijn avontuur en ongheluck vertelde,
Hem jammerde mijn leet: ick docht hem passelijck schóón,Ga naar voetnoot814
815[regelnummer]
En hy vereerde mijn een gouwe Franse króón.Ga naar voetnoot815
an
In dat veur niemendal?Ga naar voetnoot816
trijn
ó dat kan jy wel deyncken,
Wat de Haarlemers veur niet een vreemt mensch souden scheyncken.Ga naar voetnoot817
Sint die tijt liep ick óóck, maar niet by elleck ien:Ga naar voetnoot818
'k Mach liever een schijt-valck dan een smeerich broeckjen sien.Ga naar voetnoot819
an
820[regelnummer]
En hebje van die schelm gheen tijngh of niet vernomen?Ga naar voetnoot820
| |
[pagina 217]
| |
trijn
Niet anders dan dat hy van óósten is ghekomen;Ga naar voetnoot821
Ick ben met hem in recht, bylo krijcht hem de Schout,Ga naar voetnoot822
Het kost hem licht de kop, al waar sijn hals van gout.Ga naar voetnoot823
an
Wat wast voor een fatsoen?Ga naar voetnoot824
trijn
Hiel fray, maar 'twas een scheeltje.
825[regelnummer]
Wel goeden dach in huys, wel hey! waar sinje Neeltje.Ga naar voetnoot825
robbeknol alleen uyt.
Hier is huysraet noch niet, het is hier woest en leech,Ga naar voetnoot826
Ja besem, vleughel niets daar ick het huys me veech,Ga naar voetnoot827
En 't heeftet wel van doen, sie ick onder, sie'k boven,Ga naar voetnoot828
Het isser beklontert, beraecht en so bestoven,Ga naar voetnoot829
830[regelnummer]
Dattet myn verwondert dat sulcken Edelman,
Hem met dit byster nest te vreden stellen kan.Ga naar voetnoot831
Wel wat sel ick nu doen? gaan uytsien om mijn bróót,Ga naar voetnoot832
Want so ick langher wacht ick blijf van hongher dóót:Ga naar voetnoot833
Mijn Meester, so mijn dunckt, die heeftmen al vergheten:Ga naar voetnoot834
| |
[pagina 218]
| |
835[regelnummer]
En of hy noyt en quam, sou ick dan nimmer eten?Ga naar voetnoot835
Neen dat is niet geseyt, 'tis best dat ick heen ty,Ga naar voetnoot836
De gróóte huysen an, de kleyne niet verby:
Maer holla! ick most hier de sleutel nederlegghen,
Als dan mijn Joncker komt, so heeft hy niet te segghen.Ga naar voetnoot839
Binnen.
jerolimo
840[regelnummer]
Zemers 'tghemeyne Volck is hier wel rouw en viel,Ga naar voetnoot840
Ten maackt gheen onderscheet in een pompeuse ziel,Ga naar voetnoot841
En eenen groven fiel, die simpel, slecht en sot // is:Ga naar voetnoot842
Zekers ick bedruyf may dat hier het Volck so bot // is.Ga naar voetnoot843
Komt hier een Prins of Heer de Landen te besien,Ga naar voetnoot844
845[regelnummer]
Sy sullen haer respect noch reverency bien,Ga naar voetnoot845
En met ghedeckten hoot staan sy en speculeeren,Ga naar voetnoot846
En latens' onghegroet en onge-eert passeren.
Ons Brabant heeft de prys voorwaer van alle lien;Ga naar voetnoot848
Het volcxken is beleeft, en van een goet ingien.Ga naar voetnoot849
850[regelnummer]
Ga naar margenoot* En eloquent van sproock, en gracioos in't eeren,Ga naar voetnoot850
Manierlijck opghequeeckt als kinderen van Heeren.Ga naar voetnoot851
| |
[pagina 219]
| |
De minste Borgher is zoo vriendelaijck, en zoo beleeft,
Dat hy de vremde man gheen quayer woorden gheeftGa naar voetnoot853
Als hoort herteke Lief! wa soeckdy? wa begaarde?Ga naar voetnoot854
855[regelnummer]
Na wien vraachde gey? nae Peter de ghelaarde?Ga naar voetnoot855
Ach Heer! 't is mijn kompeer. Voort Gilles of Perijn,Ga naar voetnoot856
Brengt dese buyten-man by Oomken Peers Kosijn,Ga naar voetnoot857
Naast de blaeuwe boterham, by Hanssens zoons Grootmoeyers,Ga naar voetnoot858
Daar dichte by't Bier-hoot. d'Hollanders sayn maar bloeyers,Ga naar voetnoot859
860[regelnummer]
Sy zeyn niet generoos hoe rayck sy gaan in't swart.Ga naar voetnoot860
'tHantwerpen gheen zoo slecht die op de Vrydachs mart,Ga naar voetnoot861
Alsmen de Palmslach slaat, die haar Vrouwen niet kopenGa naar voetnoot862
Borsten van gouwt en zijd' gheciert met gouwe knopen,Ga naar voetnoot863
En Rocken van Satijn, en Tabbaerts van flouweel,Ga naar voetnoot864
865[regelnummer]
Die draghen yder een: Ja de Hoeren in't BourdeelGa naar voetnoot865
'tZijn kourasieuse Liens. Maer is de sleutel buyten?Ga naar voetnoot866
Mijn jonghen die is uyt, ick mach de deur ontsluyten,Ga naar voetnoot867
En vouwen op mijn kap en leggense te pars,Ga naar voetnoot868
Dan wil ick op de plets wa wand'len over dwars.Ga naar voetnoot869
| |
[pagina 220]
| |
robbeknol etende, vertelt zijn avontuur.
870[regelnummer]
Dat heeft zijn ouwe smaack: wel op mijn magre koonen,Ga naar voetnoot870
Nou moetje eens jou kunst en jou vermoghen toonen.
Siet hier is speck tot palm, hier hebdy't al na wens,Ga naar voetnoot872
Gaeve lever, goet bróódt, ossen-muyl, schape-pens,Ga naar voetnoot873
En beuling, en koevoet, hier is wel veul te bancken,Ga naar voetnoot874
875[regelnummer]
Ick heb de goede luy wel hartich te bedancken.Ga naar voetnoot875
O bloedt hoe krijch ick 't op? mijn buyck die staat al stijf,Ga naar voetnoot876
Want ick heb schier een bróódt van twaalf pont in't lijf,Ga naar voetnoot877
En daar toe noch een pan met excellente grutten;
Daarom ben ick besorcht hoe ick dit best sal nutten.Ga naar voetnoot879
880[regelnummer]
Al weer-an sey de meyt, dat gater weer na toe.Ga naar voetnoot880
Elementen wat is dit? mijn backhuys dat wort moe.Ga naar voetnoot881
Gans lyden, och wat raadt? hoe sal mijn Joncker kyven,
De klock die is zoo laat, het is al over vyven.
Dats gang, ick klop. ó mijn!Ga naar voetnoot884
jerolimo
Wel waar hebde te gaan?
885[regelnummer]
Waer sydy doch gheweest?
robbeknol
Och Heer wilt my niet slaan;
| |
[pagina 221]
| |
Want ick heb u ghewacht al over de twee uren,Ga naar voetnoot886
Ten lesten ick en kon van hongher niet gheduren,Ga naar voetnoot887
Zoo kreet mijn holle maach, die half was in't slot,Ga naar voetnoot888
Dies ick my selfs beval de goede luy en Godt,Ga naar voetnoot889
890[regelnummer]
En siet die hebben my ghegheven dese beetjes.Ga naar voetnoot890
Wel dat ansicht staat niet stuurtjens noch niet wreetjens.Ga naar voetnoot891
jerolimo
Oock heb ick ou vertuyft met den eten, maar watGa naar voetnoot892
Ga naar margenoot* Ick beyde, ghy en quaamt, ick ging toe toens en at.Ga naar voetnoot893
Voorts hede wel ghedaan ou Gode te bevelen:Ga naar voetnoot894
895[regelnummer]
Want 't is veel saligher te bidden dan te stelen.Ga naar voetnoot895
Zoo help my God Robbert, 't is my in't minste leet.Ga naar voetnoot896
Een dinghen bid ick ou, maackt datmen niet en weetGa naar voetnoot897
Da gay hier bay mayn woont: want ick wil ou wel sweeren,
Het sode woorlijck may te na gaan maynder eeren.Ga naar voetnoot899
900[regelnummer]
't Es wel woor dat ick hoop dat ick niet en wert gheschent,Ga naar voetnoot900
Vermits dat ick alhier zoo lettel ben bekent.Ga naar voetnoot901
En of God wilde da ick ware t'huys ghebleven.Ga naar voetnoot902
| |
[pagina 222]
| |
robbeknol
Mijn Joncker ick behoef geen tol daar van te gheven,Ga naar voetnoot903
Hebt daar gheen sorghe voor.
jerolimo
Nu eet doch arme bloet,
905[regelnummer]
Misschien wanneer ons Heer ons arremoet versoet.Ga naar voetnoot905
Robbert, mijn goeyen knecht, t'sichtent ick hier quam woonen,Ga naar voetnoot906
Was ick noot wel te pas, noch hebt niet wesen koonen.Ga naar voetnoot907
Dit huys moet zijn ghebouwt op een quay gront dunckt mayn:Ga naar voetnoot908
Oock zayn der huysen die seer ongheluckick zayn,Ga naar voetnoot909
910[regelnummer]
Mits sy den huurling ghemaynelijck gheen goetGa naar voetnoot910
Aenbrenghen, moor wel ramp, ghelayck als my dit doet,Ga naar voetnoot911
Daarom beloof ick ou, zoo haest de moont gaat strijcken,Ga naar voetnoot912
Mijn ongheluck en 't huys ghelijck'lijck te ontwijcken.
robbeknol die gluurt ter zyen uyt.
Hoe loert hy op mijn pens, hoe kijckt hy na mijn broot,Ga naar voetnoot914
915[regelnummer]
Ay siet hy treckt niet eens een oogje van mijn schoot,Ga naar voetnoot915
Die nu mijn tafel is: siet zijn ghesicht eens vryen,Ga naar voetnoot916
'k Heb met den armen bloedt warachtich medelyden,
Want ick heb menichmaal gheleden dat ghewelt,Ga naar voetnoot918
En ly oock daghelijcks het gheen dat hem nu quelt.
| |
[pagina 223]
| |
920[regelnummer]
Wat sal ick doen? hem noon? hy sal't my gheen danck weten:Ga naar voetnoot920
Want siet hy seydt dat hy te middach heeft ghegheten,
Nochtans meen ick dat hy te meer niet heeft ghebickt.Ga naar voetnoot922
Ick wou wel dat zijn smart een weynich waar verquickt,
Ghelijck het gust'ren was doen hy my hullep smullen,Ga naar voetnoot924
925[regelnummer]
Doen ick zijn hongers noot met kruymjes ging vervullen.Ga naar voetnoot925
jerolimo
Voorwoor Robknol 'k sie ou met verwund'ren an,Ga naar voetnoot926
Gay hebt de besten aart die oyt had eenich man:Ga naar voetnoot927
Want wie ou eten siet zoo grocelayck van kooken,Ga naar voetnoot928
Die kundy appetijt en nieuwen hongher mooken.
robbeknol
930[regelnummer]
O daar en hadjet niet, maar 't is u holle maachGa naar voetnoot930
En krytende ghedarmt, dat maackt u nu zoo graach.Ga naar voetnoot931
Ick weet wel wattet is, hy sou oock garen schransen.Ga naar voetnoot932
Ga naar margenoot* Verhaast je niet myn borst, ick selje voor gaan dansen,Ga naar voetnoot933
Joncker lustje, tast toe, dat broodt dat is seer goet,Ga naar voetnoot934
935[regelnummer]
So doet dees koe-voet oock, en dees pens is oock so soet,Ga naar voetnoot935
Al waermen heel versaet, men souwer lust na kryghen.Ga naar voetnoot936
Ghelieftje eter af holla, 'twil my ontsyghen.Ga naar voetnoot937
| |
[pagina 224]
| |
jerolimo
Is dat koeyen-voet?
robbeknol
Jae't mijn Heer, neemt dat aan.Ga naar voetnoot938
jerolimo
Ick koos voor dat beetken gheen Kalkoensche haan.Ga naar voetnoot939
Hy gaat met Robbeknol sitten eten.
robbeknol
940[regelnummer]
Wat duncktje byget? is die sack toeghebonden?Ga naar voetnoot940
Hy kluyft de kootjes of veel reynder als zijn honden.Ga naar voetnoot941
jerolimo
Och dit 's lacker dingh!
robbeknol
De saus daar ghy 't me eet,Ga naar voetnoot942
Dat is het leckerste dat ick ter werelt weet.
jerolimo
By goy het smaackte my met sulcken goey behaghen,Ga naar voetnoot944
945[regelnummer]
Al hay'k niet gheten g'hadt in twee gheheele daghen.Ga naar voetnoot945
| |
[pagina 225]
| |
robbeknol
Juyst rae ghy't op sijn hooft als ghy de waerheydt spreeckt,Ga naar voetnoot946
Ick denck dat jou de spijs niet euvel op en breeckt.Ga naar voetnoot947
jerolimo
Brenght my mijn drinck-vat hier, da gese niet vermindert.Ga naar voetnoot948
robbeknol
De Pot is boorde vol, sy is noch onverhindert.Ga naar voetnoot949
jerolimo
950[regelnummer]
Gaet nae de Ledekant neemt de Tapeet van 't bedt,Ga naar voetnoot950
En vouwt het ammeloocken, met meynen ServyetGa naar voetnoot951
En legget op 'tschrappra.Ga naar voetnoot952
robbeknol
Ick selt wel doen mijn Heer,
Hier hebben wy de May, zijn Hovaerdy al weer,Ga naar voetnoot953
Hy wil zijn Graviteyt met groote woorden houwen,Ga naar voetnoot954
955[regelnummer]
En hy het niet een scherf om zijn neers mee te klouwen.Ga naar voetnoot955
|
|