Namen der speelende ghesellen
|
-
-
[tekstkritische noot]Geheel in romein.
-
voetnoot-
-
Hondtslagher: kerkeknecht, die voor de orde in de kerk moest zorgen, o.a. door de honden te werenaant..
-
voetnoot-
-
Andries: uitspr. An'dries of Andries'aant.; Patriotten: burgers; zie Inl., blz. 25 v.
-
voetnoot-
-
Snaps: (bij)naam van een praatzieke vrouw.
-
voetnoot-
-
de Dooden: de dode; een deel stommen: een aantal figuranten.
-
voetnoot-
-
Steboon: stadsboden, stedelijke ambtenaren, vergelijkbaar met deurwaarders; zie Inl., blz. 45.
-
voetnoot-
-
Balich: slechts als vrouwenaam bekend; een Tinnegieter: zie (ook voor de Goutsmit en de Buurman) Inl., blz. 42 v enaant..
-
voetnoot-
-
Otje Dickmuyl: zie Inl., blz. 91 v.; Schilder: kunstschilder.
|