Griane
(1973)–G.A. Bredero– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 106]
| |
Ghedicht Ter Eeren den E. G.A. Brederode,
| |
[pagina 107]
| |
Baart d'onverwonnen Deucht.
Der Helden deucht gheeft stof aen Dichters hooge sinnen,Ga naar voetnoot17
Soo dat naar hun vermoochGa naar voetnoot18
Het gheen' sy metter daadt niet konnen volghen, minnen
20[regelnummer]
Met yvrich lofs ghebooch.Ga naar voetnoot20
Ghelyck bemint ghelyck; dees Helden deucht vermaardenGa naar voetnoot21
Phoebi lieftaal'ghe Bruyt
Met onghehoort gheluyt:Ga naar voetnoot24
25[regelnummer]
Dit deed' den Mantuaan naar 't Griexse voorbeeldt stichten,Ga naar voetnoot25
(Voor Oud'ren deucht beleeft)Ga naar voetnoot26
Syn veersen vloeyent soet, grootsprekende ghedichten,Ga naar voetnoot27
Waar in AEneas leeft.
Dit hebben naar ghevolcht in veel verscheyden Talen,Ga naar voetnoot29
30[regelnummer]
Verscheyden gheesten kloeck,Ga naar voetnoot30
Als sy der Princen lof en daden kloeck verhalen,
In menich treflyck boeck.Ga naar voetnoot32
Dit gaat in duytsche Taal nu Bredenrood' oock volghen
Met aanghename schijn,Ga naar voetnoot34
35[regelnummer]
Wanneer hy singt 'tverkeer van 'tAvontuur verbolghen,Ga naar voetnoot35
In syne Palmerijn.
Florendi trouwe Min, en Man-stantvasticheden,Ga naar voetnoot37
Door langhe tyt beproeft,
Door d'ontrouw van Griaan, en Vrou-lichtvaardicheden
| |
[pagina 108]
| |
40[regelnummer]
So menichmaal bedroeft.Ga naar voetnoot40
De snel ghevlerckte Tyts dochter, d'onwinb're waarheytGa naar voetnoot41
Brenght alles openbaar,
Brenght alle schennis uyt aen Sons hellichte claerheyt,Ga naar voetnoot43
Hoe seer 'tverborghen waar.
45[regelnummer]
Deuchts ingheboren aart blinckt in recht' Edelinghen,Ga naar voetnoot45
Hoe seer sy wert vermast,Ga naar voetnoot46
Nochtans ghelijck een Palm so gaetser teghen dringhen,
En overwint haar last.
De Deucht haar glori soeckt uyt smaat van haar vyanden,
50[regelnummer]
Alst blijckt in desen Heldt,
Die syn ondanckbaar Moeder vrijt van alle schanden,Ga naar voetnoot51
Die hem als vond'lingh stelt.
Gaet voort, gaet Bred'ro voort, met veel bevallicheden,
Naar hoogher eeren spoor:Ga naar voetnoot54
55[regelnummer]
Ghy Lesers neemt in danck, met goe gheneghentheden,Ga naar voetnoot55
'Tgheen' hy u dicht te voor.
Het beste volcht altijts, bemerckt hoe 't Kan verand'ren;Ga naar voetnoot57
De Deucht blyft ongheschent:Ga naar voetnoot58
Hy is gheluckich die hem spiegelt sacht aan and'ren,
60[regelnummer]
De croon van 't werck is 'tEndt.Ga naar voetnoot60
Antiqua virtute, & fide.Ga naar voetnoot-
|
|