Biographisch woordenboek der Noord- en Zuidnederlandsche letterkunde
(1888-1891)–F. Jos. van den Branden, J.G. Frederiks– Auteursrecht onbekend[Willem Schellincx]Schellincx (Willem) kan alleen eene plaats bekomen in een Wdb. van Letterkundigen, omdat hij in deze laatste hoedanigheid zich geopenbaard heeft als identiek met den gelijkn. schilder. Hij was te Amst. geb. in 1632, en vierde evenals zijne beide vrienden Hier. Sweerts en David Questiers, de broeder van Catharina, z.a., - zijn' jaardag op Lichtmis, 2 Februari; hij is in zijne geboortestad overl. in 1678, en werd 15 Oct. in de N.-Zijdskapel begraven. Van zijne geringe dichtwerken vindt men iets in Klioos kraam, tweede opening, Amsterd. Vreugdestroom en dergel. bundels, vooral in De Olipodrigo, Amst. 1654, benevens in de Poëzy van gen. vriend Sweerts. In 1791 verscheen te Amst.: Het volmaakte en toegeruste schip, bestaende in fraaije gedichten ende aerdige liedekens, door Willem Schellinger. Een paar lofrijmers behooren tot den kring van den dichter-schilder; taal en inhoud wijzen op de zeventiende eeuw, terwijl eene naamsverandering in: ‘Willem Ses Stuyvers’ aan den vriend van Jeroen Jeroense doet denken; niet onwaarschijnlijk is het de lang in hs. gebleven zangbundel van Schellincx, die veel ten behoeve zijner kunst gevaren had en wiens ‘dagelijksche tijdkortingen in zee’ het eigendom werd van een drukker, die er een matrozenliede-boekje van gemaakt heeft, waartoe de inhoud uitsluitend dienen kon. (Oud-Holland I, 150-163.) |
|