Het boek als nieuwe kunst
(1973)–E. Braches– Auteursrechtelijk beschermdG. Afscheid van de boekverciering: 19041. Enschedés Logica in boekdruk: de geboorte van het moderne boekIn oktober 1904 opent J.W. Enschedé in een lezing, die onder de titel Logica in boekdruk verschenen is, een nieuw perspectief voor de ontwikkeling van het moderne Nederlandse boek.Ga naar voetnoot201 Dit nieuwe perspectief betreft althans de theoretische zijde van de boekverzorging. Aan het einde van het voorgaande jaar, 1903, heeft het door De Roos verzorgde boek Kunst en maatschappij de be- | |
[pagina 129]
| |
ginselen die Enschedé verkondigt, al in de praktijk gebracht, zoals uit deze studie blijken zal. Enschedé stelt dat een letter een duidelijk en onmiddellijk te herkennen beeld dient te hebben en dat zij gemakkelijk tot een goed leesbaar woordbeeld dient te kunnen worden gerangschikt: ‘Het boek is en moet blijven een gebruiksvoorwerp en aan de eischen der practijk moeten andere eischen, ook die der logische schoonheid, ondergeschikt blijven, wil de factuur van het boek als zoodanig niet mislukt zijn.’ (p. 14). ‘Het boek onder welke gedaante het tot ons komt moet wezen de drager van de menschelijke gedachte; de boekversierder mag nimmer vergeten, dat zijn arbeid slechts ten doel heeft den inhoud beter te doen spreken. De boekversierder, de ornementalist dus ondergeschikt aan den drukker.’ (p. 24). Het zijn deze uitspraken die de afsluiting vormen van een periode die aanving met de overtuiging dat de decoratie het karakter, de ware bezieling van het boek uitmaakte. Enschedés betoog kan men zien als een eerste stap naar hedendaagse opvattingen. Die opvattingen formuleert Hugh Williamson bijvoorbeeld als volgt: ‘Legibility, then, is the aim. It may be defined as the capacity of a text to be read, by the reader for whom and in the circumstances for which it is intended, with ordinary speed and accuracy and without undue effort.’ ‘Decoration in typography is rather out of fashion, and display tends to be bare of ornament. Even when a decorative effect is intended, however, ornament may be less effective than clarity of arrangement, right proportions of size and weight in the various typographic elements, and good letters with carefull spacing.’Ga naar voetnoot202 De hier boven weergegeven inzichten van Enschedé betekenen een belangrijke stap in de richting van de hedendaagse opvattingen over boekverzorging. Logica in boekdruk geeft er evenwel duidelijk blijk van, dat die moderne opvattingen van Enschedé nog | |
[pagina 130]
| |
geheel liggen gebed in de opvattingen der Nieuwe Kunst, dat ze in feite nog heel dicht staan bij Kalffs overtuigingen: ‘Wat is een bedrukte pagina? Een effen vlak - het blanke papier, waarop allerlei lijntjes en streepjes getrokken zijn - de letters. Die letters, in werkelijkheid van elkander gescheiden, vereenigen zich in het oog tot een geheel, een woordbeeld. Vandaar dat gezegd mag worden, dat een bedrukte bladzijde bestaat uit zwartlijnige figuurtjes op witten achtergrond. Of ik dus met verfstoffen arabesken of gestijleerde plantvormen aanbreng op een muurvlakte, of dat ik letters afdruk op papier, is in wezen hetzelfde; [...] Beide zijn uitingen van vlakornementatie.’ (p.6). ‘Logisch vloeit dat voort uit het wezen zelf van een boekdrukpagina en diezelfde logica eischt dan ook gebiedend aan de ééne kant, dat de werking van het vlakornement niet gehinderd maar versterkt wordt, aan de andere kant dat de techniek der boekdrukpagina niet bemanteld wordt, maar dat er integendeel zooveel partij van getrokken wordt om het vlakornementale begrip beter tot uitdrukking te brengen, wat omgekeerd de werktuigelijke waarheid ten goede komt.’ (p. 6). ‘Openlijke erkenning en blootlegging van zet- en druktechniek is de alpha en omega; poging een vlakornementale werking te bereiken het einddoel, voor zoover de practische bruikbaarheid van de pagina als leesvoorwerp daardoor niet geschaad wordt.’ (p. 6). Openlijke erkenning van de zet- en druktechniek houdt voor Enschedé in, het logisch komen tot een rechthoekige bladspiegel, omdat het lettercorps nu eenmaal rechthoekig is en alle andere vormen daaruit voortvloeien: een rechthoekig stuk papier dus, met een rechthoekig gezette pagina, bedrukt met diepzwarte inkt. Maar om te komen tot een goed resultaat is een monumentale letter grondvoorwaarde. Enschedé zegt in De Grassetletter:Ga naar voetnoot203 ‘In de meeste gevallen zal die letter krachtig mede helpen aan de bladzijde een decoratieve werking te verleenen. Het aspect van een boekdrukpagina wordt gedeeltelijk beheerscht door de lettervormen. Een bedrukte bladzijde is in haar wezen een vlakversie- | |
[pagina 131]
| |
ring; op haar beurt moet de decoratieve letter, al zij het indirect, onderworpen zijn aan de leer van het vlakornement.’ Enschedé opteert, juist zoals Kalff dat in 1898 deed, voor een romein. Hij meent evenwel, zoals blijkt uit De Grassetletter, dat het geven van een vlakornamenteel karakter moeilijker te bereiken is bij de romein dan bij de fractuur, een uitspruitsel van de middeleeuwse gotische letter, omdat de eerste meer wit dan zwart, de gotiek meer zwart dan wit in elk letterbeeld laat zien. Het zoeken is nu naar een ontwerper die binnen de eisen aan de leesbaarheid te stellen, binnen de romeintraditie die in Nederland en Frankrijk heerst, een letter weet te scheppen met de decoratieve waarde van de gotische letter. Enschedé meent in de Franse Grassetletter het gezochte te hebben gevonden. De grondslagen door Enschedé hier uiteengezet: de keuze van de hybridische vorm tussen het decoratieve verleden en het geheel op gebruik gerichte toekomstige, de afzwering van het symbolische, de aanvaarding van de praktische eisen vinden tenslotte in Kunst en maatschappij (in de Grasset gezet volgens aanwijzingen van De Roos en door De Roos eveneens gedecoreerd) een alleszins waardige toepassing. |
|