Verzamelde gedichten(1966)–Gerard den Brabander– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 199] [p. 199] En een kind zag ik... En een kind zag ik, van haar en mij: ogen, groen als gras, en rooie haren! En dát van een dichter, God beware! Alle saters dansen nu de mei! En zij zit er met een glimlach bij en zij zoogt de vrucht die zij mocht baren; en het leven wil maar niet bedaren, al wat vlees is roept uitbundig: ‘Zij!’ Nu de dans, de dans! Ik vat haar aan, alle passen zijn ons aangemeten; en wij dansen tot wij ondergaan; en wij dansen, dansen als bezeten... Zie, wij dansen driftig ons bestaan om de duisternissen te vergeten. Vorige Volgende