Verzamelde gedichten(1966)–Gerard den Brabander– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 197] [p. 197] Moeder en zoon Nog immer vastgekluisterd aan het heden met op mijn hand een schuchtre jonge zon, werkt wéér de angst zich los uit het verleden en vraagt mij of ik weet hoe het begon. Veel liefde en eerbied heb ik niet beleden, maar wel geloerd, geslopen waar ik kon rondom de kern van die voldongen leden, die mij verlokte in een nachtjapon. Nooit of te nimmer raakt dit uitgeleden; blind en gerokt kwelt mij dit slinks bestier, want altijd - kom ik nachtwaarts aangereden - antwoordt het op mijn vraag: Is moeder hier?: ‘De moeders hebben meest de zoon gemeden. Het is de vrouw. Het is het vreemde dier.’ Vorige Volgende