Verzamelde gedichten(1966)–Gerard den Brabander– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 127] [p. 127] De armen aan de voet van Notre-Dame Ja, ik kan het in uw ogen lezen: dieper kunt gij niet geslagen zijn. En er huizen daaglijks groter vrezen in uw uitgewoond en duister brein. Ach, men zegt, het is wel te genezen. Hamer één gedachte in dit brein: God zal eeuwig met de armen wezen; slechts wie arm is kan gelukkig zijn. En gij hoopt achter beslagen ramen en gij bidt uiteindelijk in sleur, tóch, al roept gij honderd hoge namen, niet één heilige vindt ooit uw deur. Maar inmiddels poedert zich de Dame en bewierookt zich met Gods odeur. Vorige Volgende