Verzamelde gedichten(1966)–Gerard den Brabander– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 103] [p. 103] VII Paradise regained Daar vaart een vuur verschroeiend door de tuin. 't Heelal rijt zich de kleedren en sieraden en stort zich in een regen van plejaden als diamant over de dode ruin. De maan verdrinkt gebroken in het puin. De zon verbloedt op de verwrongen paden, en hoog en huivrig breekt de ongenade verscheurend uit de barstige bazuin: Gij, die te vuur het dichtros hebt bereden, dat u deed storten waar gij 't sterven zag, het zwaard is vlammend voor u uit geschreden, de spinnen hangen brandend in hun rag. Neem dús bezit van dit vertwijfeld Eden, de dichters sterven met de jongste dag. Vorige Volgende