Verzamelde gedichten(1966)–Gerard den Brabander– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 98] [p. 98] II O ronde hel van halve schemering, waaraan gestaag de donkre ratten knagen. Het leven legt er kleine hinderlagen, de dag is er een dood, droefgeestig ding, het voze nagerucht van wat verging, een verre deur, gedempte hamerslagen en haast een stem soms aan de rand van klagen, maar nauwlijks reikend aan herinnering. O moordspelonk, o uitgeholde droom, geblakerd door de bittre gloed der branden, met, bijna zichtbaar, de verlegen schroom van een verwrongen beeltnis aan de wanden en haast een klaaglied buiten, dat de boom de wind ontspeelt met bladerloze handen. Vorige Volgende