Verzamelde gedichten(1966)–Gerard den Brabander– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 80] [p. 80] Bommelerwaard Ik heb u lief, mijn needrig vaderland. Als dieper bontvee buk ik onder 't weien. Nu breken berg en dijken uit mijn dijen en spruiten de rivieren uit mijn hand. Traag reikt mijn loeien naar de overkant. Ik voel - o God! - dit lijf tot melk gedijen. Laat nú de tepels door uw vingers glijen en drink het lied dat in mijn lenden brandt: de koeien buigen dieper bij het vreten, ik echter tafel met een vork en mes, maar ál uw vrucht, het blijft alleen maar eten en álle heildronk blijft alleen maar fles, als ik u niet zó grondig heb bezeten dat ik mijn dorst in poel en sloten les. Vorige Volgende