Verzamelde gedichten(1966)–Gerard den Brabander– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 79] [p. 79] Als ik haar naam zeg... Als ik haar naam zeg breekt de duisternis en scheert een glimlach over straat en pleinen. Er wenken kindren achter raamgordijnen en vragen vader wat die luister is. Als alle verte uitgefluisterd is verwelkt de stilte en de winden kwijnen. Mijn tong verlept fluweelzwart in vileinen omdat zij aan een vloek gekluisterd is. Wat baat het mij of ik het licht zie breken en of er aan mijn voet een bloem ontsproot? Alleen maar tong kan ik alleen maar spreken en spreek dit hart en spreek dit lichaam dood en heb geen wapen om die moord te wreken dan één uur zwijgens in haar stille schoot. Vorige Volgende