Verzamelde gedichten(1966)–Gerard den Brabander– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 50] [p. 50] Het zinloos lied Vrouw, die mij zwervend wilde vergezellen en mij verliet, wat blijft mij nú aan lust, waar 't droomzwaar hoofd geen boezem vindt voor rust en uw visioen vergeefs mijn drift doet zwellen? Ziek naar de droom en de verliefde wellen der melodie, die speels mijn lippen kust, zie ik het woord weer, dat mij verontrust, over het sneeuwveld wanklen dezer vellen. Woord, dat mij voorgaat en mij wenkt en grijpt en woorden wekt en meevoert; woord, dat rijpt tot wéér een lied, dat ik alleen vermoedde. O hart, dat argloos deze wellust voedde; o mond, die blind alleen maar woorden bloedde; o mens, die zingt, dat wat hij niet begrijpt. Vorige Volgende