Verzamelde gedichten(1966)–Gerard den Brabander– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 49] [p. 49] Wasdag De vrouwen plassen in de hoven; de meiwind wipt in broek en hemd; een neuriën in de huizenkloven... O weemoed, die mij weet beklemt; o hart, dat niet meer kan geloven; o blik, die maar in tranen zwemt: de meidoorn is zijn bloei te boven; de sneeuwbal weer tot vuist geklemd. De vrouwen neuriën in de hoven; er schreien kindren, onbestemd. De meiwind wipt in broek en hemd... O hart, dat niet meer kán geloven: de meidoorn is zijn bloei te boven; de sneeuwbal wéér tot vuist geklemd! Vorige Volgende