Verzamelde gedichten(1966)–Gerard den Brabander– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 43] [p. 43] Danse macabre Wang, witte wang, ééns het benijde kussen van deze lust; gedesemd deeg; bederf; mond, die verdroogt onder gebarsten verf, verholen riekend naar verleden kussen; oog, dat al schimmelt; blik, die staart en zwerft; haar, dat mijn hand grijpt met verwarde lussen... Wees wild muziek! en werp u wervlend tussen mij en dit vlees, dat in mijn vingers sterft! Wees wild muziek! Ruk mij die speelgenoot - nóg is zij warm; nóg zijn haar lippen rood; nóg is zij naam en nóg is zij gedaante - ruk mij dit vlees af waarin zonder schaamte de dunne schim danst van een dor geraamte... Wees wild muziek! In ieder danst de dood! Vorige Volgende