Verzamelde gedichten(1966)–Gerard den Brabander– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 30] [p. 30] Fata morgana En hij doceerde (en spande pink en duim van Dover naar Calais): Dit heet Kanaal. Toen brak zijn blik de muren van 't lokaal: over zijn vingers stroelde driest zeeschuim. - De zon dreef in een porseleinen schaal. De zilte wind joeg lammren door het ruim. Zeeruiters hieven zingend elk een pluim en vielen stoeiend over het ovaal, de weke buik van de verzande bocht. Daar wenkte wuft, half uit 't bewogen vocht, de zeemeermin en rinkelde met schelpen. Nog vóór hij boog om 't wezen voort te helpen, vluchtte de droom voor het gejoel der welpen... Er wiegelde één of hij naar achter mocht. Vorige Volgende