Verzamelde gedichten(1966)–Gerard den Brabander– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 11] [p. 11] Eenzame Vaak keert hij huiswaarts langs verlaten pleinen en op zijn duister en versteend gezicht breekt kil de regen en het zwalpend licht der lampen aan de sidderende lijnen. Een kat sluipt pijlsnel en onhoorbaar licht voorlangs zijn schrede' in één der straatravijnen en, niet uit angst en niet om de déveine - geen spel op aarde dat de dichter ligt - denkt hij aan 't sterven; zo, zó zal het zijn: leeg en verlaten als dit vochtig plein, zal 't laatste oord zijn, dat hij door moet trekken. Zelfs geen vervloeking; zelfs geen droef geween zal hem verzellen, als hij, dood alleen, zijn onverschillig lichaam uit zal strekken. Vorige Volgende