heeft gezongen; niemand kan
hem daarover inlichten, zegt hij. Men zal mij toegeven, dat mijn goede bekende,
dank zij de cultuur, tot een volkomen onmogelijk mens is geworden!
Maar gisteren werd het nog erger. Hij toonde mij een plaatje, dat hem in een
boekwinkel was uitgereikt, met een lezende man en een lezende vrouw er op, en
daaronder: Geeft 'n boek. Ieder normaal denkend mens zou
daaruit hebben afgeleid, dat men deze week aan een nichtje of tante gewoon een
roman van Antoon Coolen cadeau moet doen, maar niet aldus mijn geobsedeerde
goede bekende.
‘Wat is dat nu weer!’ zei hij met het ongelukkigste gezicht van de wereld.
‘Altijd heb ik geleerd, dat men zijn boeken zelf moet kiezen en volgens eigen
persoonlijke smaak; en daar valt mij dat ding op het lijf! Hoor je de
afschuwelijk-nasale klank van dat 'n? Hoor je daarin niet de onverschilligheid
jegens de qualiteit? Niet eens een heel onbepaald lidwoord heeft er op kunnen
over schieten! “Geeft 'm maar 'n boek, wat doet-er-niet-toe!” hoor ik in die
gebiedende wijs van dat plaatje weerklinken! Is dat niet vreselijk? Ik geloof,
dat Spengler gelijk heeft: de cultuur van het avondland gaat onder!’
‘Je bent gek,’ antwoordde ik hem. ‘De boekhandel bedoelt daarmee juist, dat je de
strengste selectie moet toepassen. Voor grootmama het groomamalijke boek, voor
oom het wetenschappelijke boek, enz. Begrijp je dat dan niet?’
Weifelend keek hij mij aan.
‘En dat 'n dan? Waarom niet gewoon een?’
Is het niet om wanhopig te worden? Maar toch antwoordde ik hem weer, zeggende:
‘Dat 'n is de hoogste symboliek van de Boekenweek. “Een” zou nog misverstand
kunnen wekken, omdat het gelezen kan worden als “één” (telwoord), en voor zulk
een beperktheid zou de boekhandel in geen geval aansprakelijk willen zijn! Dat
'n echter laat alles in het midden; de boekhandelaar effaceert zich daarmee, hij
wordt een onpartijdige, neutrale instantie, objectief klankbord voor aller
gevoelens, onderhevig aan geen richtingsvooroordelen en polemische
meningsverschillen. “Geeft 'n boek”: daarmee is de boekverkoper de eigenlijke
universele mens geworden, de 'n-mens, dat is de Ue-