dichters, maar van schrijvers.’ ‘Wij zijn niet van plan ons te
beperken tot de litteratuur in engere zin.’ ‘Voor alles willen wij trachten
goede Europeanen te zijn.’ En dan, vooral: ‘Wij zullen polemisch zijn.... De
polemiek is voor ons onafscheidelijk van de zelfbegrenzing der persoonlijkheid.’
Of er iets van dit programma in vervulling is gegaan, wil ik hier niet
beoordelen; ik constateer slechts, dat deze zinnen nog getuigen van een zeker
litterair optimisme. Wie een tijdschrift opricht en een programma opstelt,
heeft, hoe dan ook, ergens de illusie bewaard, dat hij door een tijdschrift en
een programma verandering kan brengen, waarden, die verguisd worden, kan doen
respecteren, opvattingen, die op humbug berusten, kan doen verdwijnen; het
vertrouwen op de polemiek is een van de duidelijkste symptomen van zulk een
litterair optimisme.
Sedert Januari 1932 hebben wij tijd genoeg gehad, om te zien, dat de
werkelijkheid anders is. Ongetwijfeld heeft Forum enige
deining veroorzaakt en enige uitwassen van het culturele leven in Nederland door
zijn publicaties ernstig benadeeld; maar zomin als De Nieuwe
Gids bij machte is gebleken om essentieel iets te wijzigen in het gewichtig
bestel der vaderlandse letteren, culminerend in de onvergankelijke en
onvergankelijk-ridicule Maatschappij der Nederlandse Letterkunde, zomin is Forum er in geslaagd de gepostuleerde persoonlijkheidsmaatstaf
ingang te doen vinden en het specialistisch jargon van diverse litteraire en
ethische categorieën uit te roeien. Daarom wordt het tijd, dat wij ons spiegelen
aan het jammerlijk lot der Nieuwe-Gidsers, die zozeer dupe zijn geworden van hun
eigen schijnsuccessen, dat hun tijdschrift thans nog voortvegeteert als een
hardnekkige schimmel; het wordt tijd, dat wij ons terugtrekken, ophouden ons te
vereenzelvigen met de rol, die een bepaalde situatie ons in 1932 opdrong, en die
nu uitgespeeld is. Wellicht zal eens een litterair-historische geest ontdekken,
dat wij successen hebben behaald, die in alle opzichten te vergelijken zijn met
die van De Nieuwe Gids... omdat zij precies even noodzakelijk
waren en precies even weinig veranderd hebben aan het totale beeld der
Nederlandse litteratuur. Multatuli veroverde hier als positief resultaat een
Dageraadsvrijzinnigheid, Tachtig een algemene vertedering