beiden. Maar vooreerst heb ik niet, zooals jij, mijn geheelen tijd disponibel, en vervolgens zou dit stuk voor alles ook historisch-documentair moeten zijn. Het essay van 2 vel, dat dezer dagen in de Vrije Bladen verschijnt (15 April), is hoogstens als basis daarvoor te gebruiken, want het is alleen een zuiver persoonlijke waardebepaling van Multatuli voor mij; daarom ook anders van toon dan die inleiding zou vergen. Maar toch schrijf ik nu aan Gans, dat ik het aanbod in beraad houd. Deze gelegenheid komt nooit weer terug, en aan mijn roman begin ik toch het eerste halfjaar nog niet. Bovendien is Stuiveling, met al zijn qualiteiten als literatuur-historicus, verre van een Multatuliaan, getuige zijn boekje over Tachtig. En een ander die in aanmerking zou kunnen komen, weet ik niet. Jij?
Je zult mijn copie van den brief van 1856 inmiddels ontvangen hebben. Ik zond die aangeteekend. Schrijf mij er vooral uitvoerig over, want het geval interesseert mij erg, ook al, omdat er in dit manuscript een duidelijke lacune was. Heeft de copiïst die ook in zijn tekst? Je kunt in ieder geval, om als ‘uitgever’ gedekt te zijn, in je boek vermelden, dat je den brief volgens mijn afschrift geeft. Dat Multatuli-museum wordt beheerd door een heel geschikt man, die echter over geld noch tijd beschikt om den boel behoorlijk in orde te houden. - Van mijn Multatuli-essay wordt een kleine genummerde oplaag extra gemaakt, waarvan ik je dadelijk na verschijnen een exemplaar zal toezenden. Ik heb nu (hoewel ik de tekst van De Kock ken), toch vastgehouden aan Dominicus, alias den anonymus in de N.R.C., omdat zijn stuk het meest recente is, en als zoodanig de meeste bewijskracht heeft voor de situatie nu. En lief vond ik deze kletspraat nu ook niet bepaald; eerder ontzaglijk stom en verwaand, qua talis zeer karakteristiek voor zekere hollandsche mentaliteit.
Ik heb expres met antwoorden gewacht, tot ik je reactie op het Multatuli-voorstel had, want ik was langzamerhand ietwat de kluts kwijt wat betreft je situatie in Indië. De eene keer schrijf je ‘himmelhoch jauchzend’, een paar dagen later ‘zum Tode betrübt’; het is lastig daarop te reageeren, wanneer je weet, dat er een ruimte van een week tusschen verzenden en ontvangen is.