de stem van die juffrouw (die overigens een verdomd vervelend smoel had, maar dat doet er voor de Kunst absoluut niet toe) in het begin donker was, en aan den wind buiten aangepast, en aan het einde licht, als de vlucht van de vogeltjes, die ze ziet (op)vliegen. Enfin, een per-fect kunst-werk. Ik heb me dan ook weer serieus verveeld; behalve toen het mensch aan de ramen stond en ik éven hoop had dat er iets ging gebeuren. Ik ben bepaald geen kunstenaar; - maar ik amuseer me liever, d.w.z. word liever 2 uur lang op een aangename manier door een ‘slechte talkie’ beziggehouden, dan, lettend op schikking, photokunst en rhythme, op kunstzinnige wijze zóó verveeld. De graad van zelfverneukerij niet alleen, maar van trots op het ‘kunnen onderscheiden’ die blijbaar noodig is voor het genieten van deze subtiele meesterwerken, zal ik wel nooit bereiken. Ik vind het een flauwe kul, die te vergelijken is met de ‘rozen van het donker bloed’ van Martin Leopold, alleen het moment, het stadium is anders. Maar het wezen is even aesthetisch-kakkineus.
Het is jammer dat ik geen nr. meer kan hebben in jullie filmreeks. Ik zou verdomd graag een stuk of 20 ‘kunstfilms’ bespreken, tot opluchting misschien van de leden van de Filmliga, die nog niet heelemaal vertheoretiseerd zijn. Die arme Bouws is hopeloos verloren. Het genot alleen van precies te kunnen zeggen: die film is heelemaal goed, die half, die 1/8e, die - o jasses! daar deugt nièts van! (precies zooals het normale type leeraar M.O. zegt: France, eersterangs-auteur, Duhamel ook prachtig, Gide, wel goed, maar te vaag, en Dekobra - hu! hu!) voor dàt genot zal hij de grootste verrottenis als nectar slikken, mits voor de ‘elite’ als kunst opgediend. Het onderscheiden is voor hem het hoogste genot, en wat mij soms amuseert, maar soms ook ergert, is dat hij zich ongeveer verbeeldt dat mijn antipathie voortkomt uit het feit van niet te kunnen onderscheiden. En wat mij werkelijk nijdig kan maken - om de pretentieuze stompzinnigheid ervan en verder niets - is die soort film-eer, of filmkenners-eer, die niet meer gedoogt dat men ‘slechte’ films ziet, dan wanneer die tegenover het Liga-proto-