Rekwisitie handelsvloot
DEN HAAG, 22 maart - De Nederlandse regering heeft een ‘vlammend protest’ laten horen tegen de inbeslagneming van 135 Nederlandse handelsschepen (van in totaal 500 000 ton) in Britse en Amerikaanse havens, aldus minister-president Cort van der Linden in de Tweede Kamer.
De Amerikaanse president Wilson maakte op 20 maart per proclamatie de rekwisitie bekend van de 90 Nederlandse schepen die op dat moment in Amerikaanse havens lagen. Veel schepen worden daar tegen hun zin vastgehouden, kennelijk in het kader van een zorgvuldig voorbereid plan dat tot doel heeft in geval van nood voldoende schepen bij de hand te hebben om in beslag te nemen.
De dag daarna rekwireerden de Britten alle 45 Nederlandse handelsschepen die zich in hun havens bevonden.
De geassocieerden beroepen zich op het ‘ius angariae’, het aan oorlogvoerenden toekomende recht transportmiddelen, ongeacht hun land van herkomst, ten behoeve van de oorlogvoering tegen redelijke vergoeding te rekwireren. De Nederlandse regering heeft hiertegen scherp stelling genomen en heeft besloten de VS en het Verenigd Koninkrijk geen ultimatum te stellen; zou zo'n ultimatum zonder gevolg blijven, dan zou Nederland in feite slechts één keuze hebben: zich aansluiten bij Duitsland. Daarom is besloten tot een ‘openlijk en krachtig protest.’ Koningin Wilhelmina, die de Brits-Amerikaanse actie kenschetste als ‘schepenroof’, heeft zich uiteindelijk bij het kabinetsstandpunt neergelegd.
De Nederlandse handel komt na de deelname van de Verenigde Staten aan de oorlog in 1917 in toenemende mate in de knel. Amerika sloot zich vanaf dat moment aan bij de blokkademaatregelen van de Britten en Fransen. In juli 1917 verbood Washington alle export van steenkool, stookolie, granen, bloem, veevoeder, kunstmest, vetten, ijzeren staal.