Vrede van Brest-Litovsk
De fabel van Brest-Litovsk, een spotprent van Willy Sluiter. De Duitse vos zegt tegen de raaf Trotski: ‘Je spreekt zo mooi, zeg het nog eens: “zelfbestemmingsrecht”...’
BREST-LITOVSK, 3 maart - De Sovjet-Rus Sokolnikov, die op de besprekingen in Brest-Litovsk Trotski vervangt, heeft een vredesverdrag met Duitsland getekend. Dit is een hoogtepunt in de hevige strijd binnen de jonge Sovjetrussische regering.
Op 3 december vorig jaar kwam de Sovjetrussische delegatie in Brest-Litovsk aan. De afvaardiging was naar revolutionaire normen samengesteld. Behalve vooraanstaande bolsjeviki als delegatieleider Joffe en Kamenev, namen ook een sociaal-revolutionair, Bitsenko, een arbeider, een boer, een soldaat en een matroos als stemgerechtigden deel aan de vredesdelegatie. Enkele hoge stafofficieren waren als adviseur toegevoegd. Na lang onderhandelen werd op 15 december een overeenkomst getekend inzake een wapenstilstand van 4 weken en op 22 december gingen de vredesonderhandelingen van start.
De Russische stelling van vrede zonder annexaties werd door de Centralen niet geaccepteerd en Joffe liep uit de besprekingen weg. Op 9 januari nam Trotski de leiding over. Hij probeerde de besprekingen zoveel mogelijk te vertragen in de hoop dat ook in Duitsland de revolutie zou plaatsvinden. De Duitsers herhaalden hun eis die neerkwam op de overdracht van 150 000 km2 Russisch grondgebied. Trotski bedacht hierop een uiterst origineel antwoord. Op 10 februari weigerde hij in te stemmen met die Duiste eis maar tevens verklaarde hij dat de staat van oorlog beëindigd was. De Duitsers weigerden Trotski's formule te aanvaarden van ‘vrede noch oorlog’ en medio februari begonnen ze een offensief. In korte tijd werden de Baltische landen bezet. Ook werd de val van de strategisch belangrijke stad Pskov gemeld. Tevens liep Petrograd gevaar bezet te worden.
Lenin riep op tot verzet tegen de Duitsers. Een decreet werd uitgevaardigd: ‘Het socialistisch vaderland is in gevaar’. Met grote spoed moest een leger gevormd worden en op 23 februari kwamen de eerste eenheden van het Rode Leger tot stand.
In het Centrale Comité van de bolsjevistische partij en de Raad van Volkscommissarissen (Sovnarkom) werden heftige discussies gevoerd. Lenin pleitte voor onmiddellijke vrede met de Centralen maar stuitte op verzet van een groep partijgenoten onder leiding van Boecharin. Lenin, een keiharde realist, vond dat zolang de Duitsers de Sovnarkom niet omver wilden werpen, men alle eisen moest inwilligen. Met een zeer krappe meerderheid, 7 tegen 6 stemmen, ging men akkoord met de ideeën van Lenin.
Voor de vrede van Brest-Litovsk betalen de bolsjeviki een hoge prijs. Maar liefst 26% van het Russische grondgebied, rond de 1 miljoen vierkante kilometer, gaat verloren. Ze raken de Oekraîne, Finland, de Baltische landen en delen van Wit-Rusland kwijt. De linkse sociaal-revolutionairen, die deel uitmaken van de Sovnarkom, verlaten de regering uit protest tegen een vrede, die met die van Tilsit van 1807 vergeleken kan worden. De Sovnarkom wordt daardoor puur bolsjevistisch. Protesten blijven niet tot de sociaal-revolutionairen beperkt. Trotski treedt af als commissaris van Buitenlandse Zaken en wordt door Tsjitsjerin opgevolgd.
Op 11 maart nemen de bolsjeviki de beslissing om de hoofdstad naar Moskou te verplaatsen. Lenin krijgt een flat in het Moskouse Kremlin, waar hij door Letse schutters wordt bewaakt.