Opstand van bolsjeviki faalt
PETROGRAD, 28 juli - Met demonstraties van postbeambten die hogere lonen eisten, waren op 16 juli onlusten begonnen, nadat de dag tevoren een regeringscrisis was uitgebroken en drie ministers het kabinet hadden verlaten in verband met concessies aan het Oekraïense zelfstandigheidsstreven. Zo werd een sfeer geschapen, waarin de tijd rijp was voor een machtsovername door de Sovjet van Petrograd. Het Eerste Machinegeweer Regiment dat bekend staat om zijn bolsjevistische sympathieën riep andere eenheden op tot een gewapende demonstratie. Aarzelend namen bolsjeviki de leiding van dit spontane oproer uit vrees de invloed op arbeiders en soldaten te verliezen. Er kwam in Petrograd ongeveer een half miljoen mensen de straat op met de leuze ‘Alle macht aan de Sovjets!’
Mitrailleurvuur op de Nevski-boulevard doet demonstranten in paniek vluchten.
Op 17 juli kwamen 20 000 gewapende zeelui uit Kronstadt in Petrograd aan. Daar ging het er onstuimig aan toe. Er vonden wilde schietpartijen plaats. Men eiste weer dat de Sovjet van Petrograd de macht overnam, maar het Uitvoerend Comité van de Al-Russische Sovjet onderstreepte met klem dat de soldaten die de machtsovername eisten zelf de macht van de Sovjet ondergroeven. De arbeiders van de Poetilovfabriek eisten eveneens dat de macht overgenomen zou worden.
In de nacht van 17 op 18 juli voltrok zich de omwenteling. Het Izmailovskiregiment kwam van het front de in het nauw gedreven Sovjet van Petrograd te hulp, maar er verscheen ook een artikel van journalist Aleksinski in het blad Zjivojeslovo (het levende woord), waarin stond dat Lenin een betaald agent van de Duitsers was. Meteen kwam hierop een reactie. Het hoofdkwartier van de bolsjeviki, het Ksjesinskajapaleis, werd bezet en het kantoor van de Pravda werd door leerlingofficieren verwoest. Ondanks de oproep van bolsjeviki tot matiging werd Trotski gearresteerd en moest Lenin naar Finland vluchten. Na het mislukken van de poging van de bolsjeviki om de macht over te nemen is vorst Lvov afgetreden en als premier opgevolgd door Kerenski die de post van minister van Oorlog behoudt.