Aardappeloproer in Amsterdam: 10 doden
AMSTERDAM, 6 juli - De rellen die de afgelopen week in Amsterdam hebben gewoed, hebben aan tien burgers het leven gekost; ruim honderd mensen werden, deels ernstig, gewond. Aan de kant van politie en militairen vielen dertien gewonden.
Het oproer begon op donderdag 28 juni, toen vrouwen een schuit leeghaalden, die was geladen met voor militairen bestemde aardappels. In de stad heerste al enige tijd ontevredenheid over de vermindering van de aanvoer van aardappelen, het belangrijkste volksvoedsel. De ontevredenheid groeide uit tot woede, toen bleek dat er wel aardappels in Amsterdam waren; deze waren echter bestemd voor het leger of, op grond van internationale verplichtingen, voor doorvoer naar Engeland en Duitsland.
Ook zaterdag 30 juni kwam een aantal vrouwen in actie. Zij dwongen de overheid tot vroegtijdige verkoop van drie wagons aardappelen in de Rietlanden. Na het weekeinde werden de acties grimmiger. Maandag 1 juli werden winkels en pakhuizen geplunderd.
Een demonstratie, georganiseerd door de SDP, eindigde in ongeregeldheden waarbij de politie, inmiddels versterkt met eenheden militairen, op de menigte schoot.
Het oproer duurde enkele dagen, vooral op Kattenburg en in de Jordaan. Diverse malen werd door politie en militairen geschoten.
Het laatste ernstige incident vond gisteravond plaats. Stakers van de artillerie-inrichtingen aan de Hembrug wachtten bij de Haarlemmerpoort werkwillige arbeiders op. De menigte keerde zich tegen de politie, die van de vuurwapens gebruik moest maken. Bereden patrouilles van politie en huzaren herstelden ten slotte de rust.
Inmiddels is de aardappelaanvoer naar Amsterdam weer op gang gekomen.
Soldaten zijn ondergebracht in een loods aan de Marnixstraat in verband met de aardappelrelletjes.