Sovjet-Congres verdeeld over oorlog en macht
PETROGRAD, 7 juli - Het eerste Al-Russisch Sovjet-congres van arbeiders- en soldatenafgevaardigden is vandaag afgesloten. Onder de 822 deelnemers bevonden zich maar 105 bolsjeviki tegen 248 mensjeviki en 285 sociaal-revolutionairen. Het congres behandelde in feite twee vraagstukken: dat van de macht en dat van de oorlog. Op de tweede dag van het congres verklaarde de mensjeviek Tsereteli ‘Op dit moment is er in Rusland geen politieke partij die zou kunnen zeggen: leg de macht in onze handen, ga heen, wij zullen uw plaatsen innemen. Zo'n partij bestaat er in Rusland niet.’
‘Zo'n partij is er wel!’ roept Lenin, leider van de bolsjeviki. Hij is ervan overtuigd dat er nog een revolutie moet komen die tot dictatuur van de massa zal leiden. Lenin toonde zich bereid zelfs met geweld zo'n revolutie tot stand te brengen. Dit bracht Kerenski tot de vraag of de bolsjeviki soms tot de politie van de tsaren behoren. Tal van afgevaardigden van andere partijen waarschuwden tegen het breken met de Voorlopige Regering. Men vindt de revolutie voltooid. Van voortzetting kan geen sprake zijn.
Terwijl de bolsjeviki oorlogvoering ten strengste afkeurden, zoals duidelijk bleek tijdens Lenins tweede toespraak, bleef toch de meerderheid van de deelnemers aan het Sovjet-congres de oorlogsplannen van de Voorlopige Regering steunen.
De mensjeviki en de sociaal-revolutionairen vinden dat de strijd voortgezet moet worden. Begin juli had het leger bevel gekregen over te gaan tot een offensief.