Verzen(1898)–P.C. Boutens– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 115] [p. 115] Ik wil mezelf. Ik wil mezelf als een boos ding vergeten En niet-zijn waar Gij éen-en-alles zijt; Want dit is zonde, naast U iets te weten, En mijn arm zelf is 't laatste wat ik wijd. Der dingen schijn is lang van éen gereten, En liet ons eenzaam in den wijden tijd, - Nu zal ook 't zwijgend, over U gezeten Bleek beeld wegdeizen in Uw heerlijkheid... [pagina 116] [p. 116] Gij zon, die mij van de aard hebt opgetogen, Een witte wolk in 't blijde blauw der heemlen, Laat mij nu gansch in U versmelten mogen, - En dat Uw dag nimmer in nacht verscheemre, Wier adem kil mij uit dit glansgespannen Geluk in tranen weêr naar de aard zal bannen. Vorige Volgende