Verzen(1898)–P.C. Boutens– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 105] [p. 105] Wanneer mijn hoofd. Wanneer mijn hoofd op koele peluw schreit Zonder den stap te storen van de nacht, Die in ruischkleedren langs mijn venster schrijdt En door mijn snikken heen haar stilte lacht; - Als dan mijn oog zich heft, ziet 't onverwacht Zichzelf in oogen soms, en neergeleid Naast me is uw schoon hoofd in zijn heerlijkheid En dauwt in duisternis zijn zegen zacht. [pagina 106] [p. 106] En als ge gaat en neemt weer van me heen Uw oogelamp, en 'k blijf in nacht alleen, Moe van ellende als een verdoolde schaap, Is al mijn smart gebroken, niets blijft dan Stille zelfdeernis, die niet weenen kan,.... En langzaam komt de langgebeden slaap. Vorige Volgende