Verzen(1898)–P.C. Boutens– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 72] [p. 72] O liefde, liefde. O liefde, liefde, die als lijden zijt, Rijs in mijn oog met iedren nieuwen dag, Dat ik de wereld en haar kindren mag Zien in uw licht, een kind dat u belijd. En laat mij niet alleen, maar in den nacht Daal in de schaduw van mijn koele borst, Dan zal ik veilig slapen als een vorst, Die rust in 't midden van bevriende wacht. [pagina 73] [p. 73] Zoo moog ik zijn als dun albasten vaas, Boordevol bloed van uwen rooden wijn; In 't nachtehart als een weekgele schijn, In donkre nis weenlichtende topaas; Maar in den dag een levende fontein, Die stroomt den dorstenden zijn zoet solaas. Vorige Volgende