Strofen en andere verzen uit de nalatenschap van Andries de Hoghe(1932)–P.C. Boutens– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 51] [p. 51] Dit is van liefde... Dit is van liefde maar het doorgangshuis. En toch, steek al de doffe lampen aan, en laat de vensteren onafgedekt, en uit den armelijken bundel stel den baren luisternaakten schat van haar vertastbaarde symbolen in 't wrakke licht op. Daar is wel geen kans dat deze in ons vertijdelijkte zending haar mag belijden of ook maar verraden aan de moedwillige verblindheid van die hier in ragversleten hulselen van kostbren schijn en ceremonieel haar veile namaak dekken. Wat zijn wij dan mooglijk voor die na ons komt, een sein, een schichte vingerwijzing door zijn nacht? Of (dit in elk geval!) voor de achterblijvers, om teêrste hoop bedrogen menschenoogen die stervend breken aan den berm der wegen, beroofd en uitgeschud van elken droom, nu liefdes droom in hen verduistren moet: een korte vaste kaarsevlam van troost dat ergens liefdes licht éen oogenblik in armste harten veilig stond geluchterd, en dat zij zelf niet gansch en al vereenzaamd wegdooven in den wreeden zucht van deze wezenlooze vaart. Vorige Volgende