Strofen en andere verzen uit de nalatenschap van Andries de Hoghe(1932)–P.C. Boutens– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 49] [p. 49] Laat aan mijn nederlaag... Laat aan mijn nederlaag geen twijfel over! Niets liever wil ik dan verslagen zijn! Een zegevierder was ik hier tot nu, die leek wel nimmer moe van overwinnen en steeds tot nieuwen kamp krachtvaardig en bereid... Lag niet de wereld weerloos als een buit voor dezen jongen hoogheerlijken glimlach, het stralend onbewogen masker voor ondragelijke pijnen, de ruggelingsche martelbeten van achterhandschen afval en verraad?... Mag ik, in onmacht neêrgelegd door wonden voor in de borst, in eerelijken strijd ontwapend en ontmomd, met dezen dageraad van nieuwe horizonnen nu eindelijk tot nooit behaalde morgenkracht genezen?: wat menschkind kan alleen van uit zijn eenzaamheid de hemelen vermeestren? of van zijn eigen eindloosheid de donkre diepte veroovren, vóordat hij eerst met zijn gelijke van man tot man zich mat? Vorige Volgende