Strofen en andere verzen uit de nalatenschap van Andries de Hoghe(1932)–P.C. Boutens– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 45] [p. 45] Andere verzen [pagina 47] [p. 47] Ween niet... Ween niet; want leed en weenen zijn voorbij. Wij weenden niet op d'eindeloozen tocht. Daar was geen tijd voor omzien, maar door dorst en honger en uitputting en nachtangst hielden wij vol en bleven eerlijk trouw aan onze eerste afspraak: bracht ons de echo niet den woordelijken nazang van 't refrein, of allen allen volgden? Hier in 't end stokt in ons keel verlangens helle lied voor 't zware zwijgen van bereikt geluk, en geen-van-al die meêkwam of ons bijhield... Ween niet; want leed en weenen zijn voorbij. Vorige Volgende