Sonnetten(1920)–P.C. Boutens– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 60] [p. 60] LIV Uit wilde onrust van al te geven slaven Stilt liefde in effen trouw-teêr-diep ontvangen, Eén blinkend openstaan voor kleinste gaven: Helhongerige spiegel van verlangen. Windstille en ankerveilige open haven Die houdt in harer hell'ngen groene spangen Waar boom en bron al leven lokt te laven, In weêr en wind haar stil stuk zee gevangen. Witte zeilgroote schepen gaan en komen, Spieglen hun roereloosheid dag aan dag, Het scheepsvolk drentelt in de schaûw der boomen, - Andere tongval door steeds de'eigen lach, - Zaamlen bij 't afscheidsteeken van hun vlag Vruchten en bloemen voor toekomstge droomen. Vorige Volgende