Sonnetten(1920)–P.C. Boutens– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 30] [p. 30] XXIV Geluk heeft ook zijn stormen: onder blauw Der heemlen en strakopen zonoog gaat De zee in hooger golven wilde maat, De zeilen zwellen uit aan trillend touw. 'k Zie - blank vertrouwen in Uw stuurmans trouw - Zon spieglen in de rust van Uw gelaat. Koel-zeker weet de hand de korte daad Die veilig richt den levend-brozen bouw. 'k Houd van den tegenwind, dat lustig lied Dat door de strafgetuigde masten giert, De zilte vreugd van die in stormen viert Zijn kennis van de zee, de deugdlijkheid Van 't vaartuig vast geballast met verdriet - En al mijn dooden bij mij weggeleid. Vorige Volgende