Sonnetten(1920)–P.C. Boutens– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 25] [p. 25] XIX Lachen naar U is beter veel dan plukken Wrange wijsheid van Weemoeds welken mond, Die om al smartekolken diep doorgrond Niet stijgen mag tot dit glasgaaf verrukken... Met heete tranen voeg' zij staêg de stukken, Glansscherven die ze op levens bodem vond, Maar werkt haar teedre wanhoopsvingren wond In pijnend pogen dat niet gaat gelukken... Laat ónze wijsheid onze dwáasheid wezen: Kindren op blijdschaps blanken berg gerezen, Lachend omhoog vanwaar al blijdschap komt, Lachend omlaag naar waar de wereld gromt: Het schijngeluk dier twee is waan en schennis, Die nimmer aten van den boom der kennis. Vorige Volgende