Praeludiën
(1902)–P.C. Boutens– Auteursrecht onbekend
[pagina 83]
| |
[pagina 84]
| |
O lustige speler,
Die zoo zelden, zoo zelden dit zinggrage hart houdt,
Vreugd, vingervaardige veêrvlugge veêler
Over dit somberheltonig fluweeldonkervolle levende smarthout,
O eens, éenmaal, eer voorgoed de snaar gesprongen is,
In een zacht-heerlijk goddelijk-durig geduld, - o nu!
Speel, speel uit tot al smart volzongen is,
En dan éen laatst, zuiver, klinkend lied van u.
|
|