Praeludiën
(1902)–P.C. Boutens– Auteursrecht onbekend
[pagina 50]
| |
[pagina 51]
| |
Al bloemen zijn eerlijk
Met haar open klinkende harten,
Maar ziel vindt bloem alleen begeerlijk
Die straks tot vrucht wil smarten.
En nimmer volvoedend genoten is
Vrucht die niet klaar blijft schijnen,
Schoon 't vruchtehart besloten is,
Der bloeme lijnen....
Eet dan de vrucht die voedt
Lichaam en geest,
Genoodigde op Gods feest,
Die ze zag en bevond ze goed, -
En gun de ziel haar deel,
Schoonheid en bloemen,
Dat zij mag roemen,
Haar roeping eêl.
| |
[pagina 52]
| |
Want haar is niets gegeven
Dan dit bloeiend brood,
Dat geen ontbeert ten leven
En ieder eet ten dood.
|
|