Praeludiën(1902)–P.C. Boutens– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 47] [p. 47] [Hoe werd tot licht diep in uw oogen] HOE WERD TOT LICHT diep in uw oogen Wat gistren nog geheim was? De lichte mist is opgetogen, In zon staat wat in rijm was. Hoor van ziels bloesemstille toppen Tot zondoorklankte klaarheid Langzaam ontblinken en verdroppen Uw nieuw gevonden waarheid. Uit lachen eenerlei en tranen Wordt stilte die op God wacht: Smarts donkere en Vreugds lichte lanen Leiden tot waar éen God lacht. [pagina 48] [p. 48] Wij stonden als twee verre vreemden, In tranen éen, in lach éen, Tusschen ons week de wijde beemde Waardoor de volle dag scheen. Zooals een straal der nog verborgen Zonne de late ster vangt En met zich oplost in den morgenluister die kimmever blankt, Verschoot voor éen straal uit Gods oogen De dag tot schellen schampschijn, Eén hemelvenster wolkonttogen Bleekte den gelen lampschijn. Toen rees in heelend alvermogen Over der scheiding smartwond De spanning Zijner regenbogen Van hart- tot diepsten hartgrond. [pagina 49] [p. 49] Daar hebben Leed en Vreugd gevonden Hemelgebaanden uitgang, Heur aardontwelde stroomen monden Naar God in éenen bruidzang. Vorige Volgende