Praeludiën(1902)–P.C. Boutens– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 43] [p. 43] [Ik denk aldoor aan rozen] IK DENK aldoor aan rozen, Rozen wit en rood, Tot al gepeinzen overblozen Uw eigen voetjes warm en bloot. Ik hoor den heelen dag als vogelenkelen, Als fluiten ver, dat krimpt en zwelt, Tot vlak bij huis uw lippen woordespelen En al geluid versmelt. Ik zie aldoor als blanke sterren stralen Door 't donkerzware middagblauw, Totdat uw oogen naar mij dalen Van boven d'avonddauw. [pagina 44] [p. 44] Van u kan maar bij deelen droomen De lange dag die u verwacht; En wonder blijft uw volle komen Straks aan de hand der jonge nacht. Vorige Volgende